De missie van Bdairy: groter groeien door klein te blijven

‹ Terug naar overzicht

De missie van Bdairy: groter groeien door klein te blijven

Geplaatst op:

Bdairy is nu nog een relatief kleine speler in de internationale zuivelhandel. In de eerste drie jaren van zijn bestaan realiseerde de onderneming echter al een indrukwekkende groei op basis van een start-upmentaliteit. Die mentaliteit willen de mensen van Bdairy vasthouden, om uit te groeien tot een wereldwijd leidende partij.

 

Tekst: Jeen Akkerman

Van links naar rechts: Martin Doorduin, Edwin Blomsma, Robert Mac Gillavry en Philip Rijken. “Iedereen hier heeft dezelfde mentaliteit, we gaan er volledig voor en helpen elkaar als dat nodig is.”(Foto’s: Ivo Hutten)

Anders dan gebruikelijk vindt het interview om het jonge bedrijf te leren kennen plaats met een team van vier mensen. Meestal is het de directeur of de eigenaar die een bedrijf naar buiten toe vertegenwoordigt. Maar oprichter en mede-eigenaar Edwin Blomsma heeft drie van zijn collega’s uitgenodigd om in de vergaderruimte ook hun kijk op de ontwikkeling van het bedrijf te delen.

Team Bdairy

Het is exemplarisch voor de onderscheidende werkwijze van Bdairy. Kort samengevat komt die erop neer dat je vanaf de start veel aandacht moet besteden aan kwaliteit, een vlekkeloze uitvoering van transacties, een solide financiële basis en – misschien wel het belangrijkste – dat je in alles als een team moet opereren.   

“Onze kracht bestaat uit een aantal elementen, maar een belangrijke is dat we snel kunnen overleggen en dan meteen actie ondernemen”, verwoordt Martin Doorduin de aanpak van het jonge bedrijf. Hij is trader bij Bdairy, net als Robert Mac Gillavry die ook aan tafel zit. “Iedereen hier heeft dezelfde mentaliteit, we gaan er volledig voor en helpen elkaar als dat nodig is. Daarbij maakt het niet uit of je trader bent of logistiek medewerker”, vult hij zijn collega aan. Beiden zijn relatief jong en omarmen de no-nonsense- en hard-werkencultuur van het bedrijf – evenals hun collega Philip Rijken, de vierde man aan tafel (zie kader ‘Jong van geest’).

Ambitie

Het past in het beeld dat Edwin Blomsma voor zich zag toen hij in 2017 Bdairy oprichtte. Die stap was zorgvuldig voorbereid. Allereerst had Blomsma het vak geleerd bij een grote speler in de branche, namelijk Interfood dat al vijftig jaar bestaat en een jaarlijkse omzet van ruim € 2 miljard kent. Hij werkte er tien jaar in verschillende functies, zowel in Europa als in Azië. Hoewel hij bij dat grote bedrijf veel vrijheid kreeg in een ondernemende cultuur, had Blomsma altijd al de ambitie om zelf ondernemer te zijn. 

Ruggengraat

Daarbij was hij ervan overtuigd dat je voor een serieuze zuivelhandel in ieder geval over voldoende financiële ruggengraat moet beschikken. Het gaat immers regelmatig om risicovolle transacties en grote bedragen die gefinancierd moeten worden. Blomsma vond de oplossing in samenwerking met enkele gerenommeerde, ervaren mensen in de wereld van handel in voedingsmiddelen: de aandeelhouders van Kühne & Heitz. Deze onderneming is sinds 1974 actief met handel in onder andere diepgevroren voeding zoals vlees, vis, groente & fruit en frites. De eigenaren zijn mede-aandeelhouder van Bdairy en brengen naast handelservaring financiële zekerheden mee om verantwoord risico’s te kunnen nemen.

Groei

Op 1 mei 2017 startte Bdairy met naast Blomsma één medewerker. Vestigingsplaats is Dordrecht, op een etage van het kantoorpand dat ook door Kühne & Heitz wordt gebruikt. Voor de eerste jaren maakte Blomsma, ook ten behoeve van bankfinanciering, een gedetailleerd businessplan. Nu, drie jaar later, kan hij tevreden vaststellen dat vrijwel exact uitkomt wat daar in stond. Namelijk: een omzetgroei van € 2 miljoen in 2017 naar € 130 miljoen in 2020. Dat laatste gaan ze halen, weten de mannen: dit jaar verwachten ze 52.000 ton melkpoeder, boter en aanverwante zuivelproducten te verhandelen. Het aantal medewerkers groeide naar een totaal van zestien; voor het eind van het jaar hoopt Blomsma nog een extra trader en logistiek medewerker in dienst te nemen. Bij voorkeur mensen die zich thuis voelen in de start-upcultuur van Bdairy.

edwin blomsma oprichter bdairy

Edwin Blomsma: “We realiseren ons dat je wint als je de markt het beste begrijpt.”

Mac Gillavry grijnst: “Als we zo doorgaan groeien we gestaag verder.” Hij haast zich eraan toe te voegen: “Natuurlijk willen we niet groeien om het groeien. Het gaat om kwaliteit. Maar het is een heerlijk gevoel als je samen succes hebt en als klanten bij je terugkomen en je sterke relaties met hen kunt opbouwen.”

Room

Ook Blomsma is duidelijk over de ambities van Bdairy. Een leidend bedrijf worden in de wereldwijde zuivelhandel. “Dat doen we weloverwogen en stap voor stap. We zijn tot nu toe actief in poeders en boter en gaan ons productenpakket geleidelijk verder uitbreiden.” Aan een volgende stap op dit pad werkt Mac Gillavry; hij leidt de nieuwe businessunit met liquide room. “Als je ook room in je pakket hebt, zijn er meer mogelijkheden, zowel aan de aanbod- als aan de afzetkant. Je kunt als het ware meer spelen met boter en room”, legt de jonge handelaar uit. Als room eenmaal helemaal onderdeel is van Bdairy’s pakket, kunnen kaas of andere vloeibare zuivelproducten volgen.

Geografisch

Naast een breder productportfolio ziet Bdairy ook geografische groei voor zich. Nu is het werkterrein Europa en een deel van Azië. In Singapore werkt een vertegenwoordiger van de onderneming, die Blomsma leerde kennen in de tijd dat hij voor Interfood in Azië werkte. “Maar er zijn meer continenten die interessant zijn, zowel bij de productie van zuivel als voor de afzet van zuivelproducten en -ingrediënten”, zo vult Doorduin aan. Ook als de onderneming verder uitdijt in producten en landen waar actief wordt gehandeld, wil Bdairy zijn huidige bedrijfscultuur vasthouden.

Blomsma: “Onze manier van werken waarbij we er allemaal even hard voor gaan, wordt door onze relaties herkend en gewaardeerd. Dat is volgens ons de belangrijkste succesfactor, dus willen we graag de positieve aspecten van de start-upmentaliteit behouden.” Over de manier waarop de organisatie er bij voortdurende groei uit zal zien, hebben de vier mannen aan tafel nog geen exact beeld. Dat hoeft ook niet, zo stellen ze, want bij een start-upcultuur hoort nu juist ook dat je niet alles van tevoren bedenkt en vastlegt, maar efficiënt met goede oplossingen komt als dat nodig is. 

Een voordeel is dat deze werkwijze zich uitstekend leent voor een gecentraliseerde aanpak. “We hoeven niet overal vestigingen te hebben: we kunnen door regelmatig te reizen het contact met onze klanten rechtstreeks onderhouden en de organisatorische nadelen van het managen van veel vestigingen vermijden”, legt Mac Gillavry uit. Gelukkig heeft die aanpak in de afgelopen jaren al de nodige sterke relaties opgeleverd, want internationaal reizen is door de corona-epidemie nu veel minder goed mogelijk.

Vooral ook met grote klanten blijft het een uitdaging om de cultuur te behouden als de groei echt doorzet. Maar deze uitdaging is nu juist iets om je op te verheugen, dus laat maar komen, zo luidt de conclusie.

Marktkennis

Aanstekelijk optimisme, het moet gezegd. Enthousiast praten de Bdairy-medewerkers ook over hun kennis van de markt. Blomsma: “We realiseren ons dat je wint als je de markt het beste begrijpt. Dan kun je echt toegevoegde waarde leveren. Dus we besteden veel aandacht aan wat we met een mooi woord market intelligence noemen.”

“Voor mij is het elke keer een kick als blijkt dat onze inzichten de juiste blijken te zijn”, zegt Doorduin. Bij marktinformatie volgt Bdairy de lijn dat in principe veel waardevolle informatie gedeeld wordt met relaties, bijvoorbeeld in video’s op de website. “Daarbij schuwen we het niet om een origineel standpunt in te nemen”, stelt Blomsma. “Natuurlijk maken we onszelf daarmee kwetsbaar, maar we praten niemand naar de mond. Soms zit je er naast, gelukkig komt dat niet zo vaak voor. De markt waardeert onze transparante aanpak.” 

Jong van geest

philip rijken werknemer bij bdairy

Philip Rijken: “We bouwen hier met zijn allen iets goeds op.”

Philip Rijken is de man aan tafel die luistert, glimlacht en af en toe op bescheiden maar niet te negeren toon iets benadrukt of nuanceert. Hij viert op de dag van het gesprek zijn 61ste verjaardag. Wat doet een man van zijn leeftijd bij deze club jonge honden die de wereldwijde zuivelhandel wil bestormen? “Ik begrijp de vraag”, antwoordt hij met een twinkeling in zijn ogen. “Maar we zeggen hier altijd dat je ‘jong van geest’ moet zijn.”

En dat is hij, zeker als je ziet wat hij eerder deed in zijn indrukwekkende loopbaan. Als moleculair bioloog maakte hij carrière in onderzoek en ontwikkeling bij achtereenvolgens Unilever, DSM, CSM en Arla Foods. “Ik houd van vernieuwing en wilde na al die grote bedrijven graag eens iets heel anders doen”, motiveert hij zijn keuze om bijna drie jaar geleden in zee te gaan met Blomsma’s toen nog veel kleinere team. Ja, veel meer pionieren en onzekerheid. Ja, ook een minder riante beloning. Maar misschien ook wel de beste beslissing in zijn hele loopbaan, realiseert de senior van Bdairy zich. “Ik was lange tijd sterk gericht op inhoud en resultaat. In de loop der tijd heb ik gemerkt dat menselijke relaties en iets voor elkaar over hebben veel betekenis hebben, ook in werksituaties.” 

Voor Bdairy was de komst van Rijken belangrijk om de kwaliteit naar een hoger niveau te tillen en als betrouwbare partij in de markt te worden gezien. Zijn staat van dienst en netwerk opent deuren die anders langer gesloten blijven. “Ik zorg ervoor dat we hier niets doen dat niet past binnen de erkende internationale standaarden wat betreft productkwaliteit en -integriteit. Bovendien werken we in de hele organisatie doorlopend aan kwaliteit en alle disciplines van het bedrijf zijn hier intensief bij betrokken.” Dat klinkt misschien een beetje saai, zegt Rijken, maar voor een zuivelhandel met ambities is het essentieel. 

Een zo belangrijke bijdrage leveren aan een bedrijf met een jong-van-geestcultuur is voor Rijken een extra beloning. “We bouwen hier met zijn allen iets goeds op, dat is toch wat anders dan het min of meer beheren van wat al langer bestaat bij een groot concern. Hier is het steeds ‘Be there’; we zitten erbovenop. Ja, die woorden lijken op de naam van ons bedrijf. Dat is waarschijnlijk geen toeval.”

Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 12 2020. Nog geen abonnee? Klik HIER en profiteer het eerste jaar van maar liefst 25% korting.