Duitse consument vertrouwt Nederlands voedsel
De Duitse consument vertrouwt er veelal op dat voedsel uit Nederland veilig is, zo blijkt uit onderzoek van ABN Amro. Dat vertrouwen ligt lager als het gaat om hoe duurzaam deze producten zijn geproduceerd. Omdat Duitsland een belangrijk afzetland is, moeten Nederlandse bedrijven blijven investeren om dat vertrouwen te vergroten.
Jaarlijks gaat er voor circa € 10 miljard aan Nederlandse voedselproducten waaronder zuivelproducten, over de grens. En dat bedrag neemt ieder jaar toe. Hoe Duitse consumenten aankijken tegen Nederlandse voedingsmiddelen is daarom belangrijk voor veel voedselproducenten in Nederland. De Nederlandse foodsector is voor ongeveer de helft van zijn afzet afhankelijk van andere landen dan Nederland. Het belangrijkste uitvoerland is Duitsland.
Vertrouwen van Duitse consument
Heeft meer dan de helft van de Duitse consumenten vertrouwen in de voedselveiligheid van producten uit Nederland, zo’n 12 procent heeft geen of weinig vertrouwen en denkt dat producten uit ons land hun gezondheid schade kunnen berokkenen. De Duitse consumenten die geen of weinig vertrouwen hebben, noemen onder meer het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen als reden. Zo’n 72 procent vindt het enigszins tot zeer belangrijk dat het eten en drinken dat ze kopen duurzaam is.
Het zijn enkele resultaten van het onderzoek dat Panelwizard in opdracht van ABN Amro uitvoerde naar het vertrouwen van Duitse consumenten in voedselproducten uit verschillende landen. Nederland komt er daarbij niet uitzonderlijk positief of negatief uit ten opzichte van België en Frankrijk.
Minste gezondheidsrisico’s
Duitse consumenten vertrouwen er het meest op dat ze met producten uit eigen land de minste gezondheidsrisico’s lopen en 62 procent vertrouwt dat voedsel van eigen bodem met oog voor mens, milieu en dier is geproduceerd. Dat past in de trend waarbij consumenten de voorkeur geven aan een korte regionale voedselketen met weinig schakels van boer tot bord.
Landen buiten de EU scoren lager
Zoveel vertrouwen als Duitse consumenten in producten uit eigen land hebben, zo weinig vertrouwen is er in productenuit landen buiten de EU, waaronder China, Brazilië en Zuid Afrika. Met name China geeft weinig vertrouwen. De consumenten uit het onderzoek hebben weinig fiducie in de Chinese standaarden en controlemechanismen op het gebied van voeding. Ook over regelgeving en handhaving op het gebied van voedselveiligheid in Brazilië en Zuid-Afrika zijn Duitse consumenten kritisch.
Via Nederlandse groothandelaren en fabrikanten gaan er ook voedingsmiddelen en grondstoffen uit deze drie landen richting Duitsland. Het wordt volgens het onderzoek voor leveranciers nog belangrijker om meer grip te krijgen op de veiligheid en productieomstandigheden van importstromen en om beter uit te leggen welke controles daarop plaatsvinden. Ook in Duitsland is er een steeds sterkere roep vanuit maatschappelijke organisaties, consumenten en overheden tot het verder verduurzamen en het bieden van meer transparantie van de voedselketen.
Om de veiligheid en duurzaamheid van voedsel te verbeteren, nam de EU begin 2020 een wet aan die leveranciers van een aantal verse producten verplicht het herkomstland op de verpakking te vermelden. In de recente Farm to Fork-strategie van de EU wordt de intentie uitgesproken om het aantal producten waarvoor dit geldt uit te breiden. Dit is een extra stimulans voor bedrijven om nadrukkelijker en transparanter te communiceren over hoe veilig en duurzaam producten en grondstoffen zijn geproduceerd.
Meer transparantie
Nederlandse bedrijven kunnen Duitse consumenten voor zich winnen met meer transparantie en door in spelen op specifieke behoeften van de Duitse markt. Zo kennen de Europese lidstaten vanwege EU-wetgeving al zeer weinig genetisch gemodificeerd voedsel, maar hebben de Duitsers hiervoor een extra waarborg in het zogenoemde Ohne Gentechnik-logo op producten. Een voorbeeld is Vlog-gecertificeerde melk. Ook prefereert 50 procent van de Duitse consumenten biologische boven gangbare versproducten. Het wordt daarnaast belangrijker om met data te onderbouwen waar en onder welke condities voedsel is geproduceerd. Het is bijvoorbeeld aannemelijk dat binnen vijf tot tien jaar de milieueffecten van producten, bijvoorbeeld in termen van CO2-uitstoot, op voedselverpakkingen worden vermeld.
Aandacht voor herkomst
De grote aandacht voor de herkomst van producten betekent ook dat Duitse bedrijven zorgvuldiger hun buitenlandse leveranciers gaan selecteren, waaronder die uit Nederland. Deze leveranciers zullen meer duidelijke afspraken over verduurzaming moeten maken met de partijen bij wie zij op hun beurt inkopen, en moeten investeren in systemen om data over de productie te delen. Daarbij is het belangrijk om deze informatie actiever met afnemers en consumenten te delen om zo hun vertrouwen te behouden en te vergroten. Indien informatie over herkomstlanden vaker en uitgebreider op verpakkingen moet worden vermeld, vraagt dit meer flexibiliteit in productiesystemen van leveranciers en leidt dit tot extra kosten.