Proefboerderij De Marke via coöperatie in boerenhanden
Een coöperatie van boeren in Oost-Nederland wil melkveeproefbedrijf De Marke overnemen van Wageningen UR. “Er ligt een aantal maatschappelijke vraagstukken en die vragen om een oplossing. Daarvoor hebben we onderzoek en innovatie nodig.”
Tekst: Bert Kleiboer
Melkveeproefbedrijf De Marke ging dertig jaar geleden van start op de moeilijkst denkbare locatie: in een waterwingebied, met rondom stikstofgevoelige bossen en een zeer lichte zandgrond. ‘Als het hier lukt, kan het overal’, was de gedachte. Dat uitgangspunt is nog altijd actueel, zegt directeur Jaap Gielen. “Destijds was de uitdaging het beperken van verliezen van mineralen naar het grondwater. Dat is gelukt. Maar nu hebben we er een paar uitdagingen bij; denk aan stikstof, maar ook de gevolgen van het veranderende klimaat en biodiversiteit.”
Coöperatie De Marke
Gielen is sinds april actief op het proefbedrijf in het Gelderse Hengelo. Eerder was hij specialist melkveehouderij bij accountantsorganisatie Countus. Nu leidt hij coöperatie De Marke, die het gelijknamige proefbedrijf wil overnemen van Wageningen University and Research (WUR). De universiteit wil het melkveeonderzoek herschikken. Een aantal ondernemers en andere belanghebbenden in de sector zag hierin een kans. Ze smeedden een plan om De Marke ‘in boerenhanden’ te krijgen en richtten een coöperatie op. Die wil de boerderij, inclusief gebouwen en een deel van de grond kopen en de overige gronden pachten.
Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 8 2021.
Nog geen abonnee? Klik HIER en profiteer
het eerste jaar van maar liefst 25% korting.
Voor de financiering is eigen vermogen nodig in de vorm van ledenkapitaal. Boeren die lid worden kopen één of meer participatiebewijzen (€ 5000). Ook andere partijen kunnen deelnemen. De primaire sector houdt echter controle: in de statuten is bepaald dat 51 procent van de stemgerechtigden actief boer moet zijn. Het plan is gepresenteerd tijdens informatiebijeenkomsten op verschillende plaatsen in Gelderland en Overijssel. Volgens Gielen hebben voldoende boeren aangegeven dat ze lid willen worden en kan de overname in 2021 worden bekrachtigd. “We hebben honderd à 150 leden nodig. Maar we hopen op meer. Hoe meer boeren instappen, hoe minder we bij de bank hoeven lenen.”
Grip op toekomst
Het eerste bestuur van de coöperatie bestaat uit zes boerenleden. Voorzitter is Andre Arfman, melkveehouder in Vorden. In de sector is hij bekend als voorzitter van het NAJK. Die functie bekleedde hij tot november 2020.
Voor melkveehouders in het oostelijke zandgebied is een eigen regionaal proefbedrijf waardevol om grip te houden op hun toekomst, stelt Arfman. “Er ligt een aantal maatschappelijke vraagstukken en die vragen om een oplossing. Daarvoor hebben we onderzoek en innovatie nodig.”
Als het proefbedrijf in boerenhanden komt, profiteren melkveehouders van de korte lijnen, zegt de voorzitter. “Het wordt gemakkelijker vragen te stellen, ideeën aan te dragen of mee te draaien in pilots. Bovendien hebben leden via hun stemrecht invloed op de onderzoekagenda.”
De ervaring leert dat de betrokkenheid vanuit de praktijk mooie dingen oplevert, zeggen Gielen en Arfman. Ze noemen als voorbeeld VKA, de Vruchtbare Kringloop Achterhoek en de Liemers. Dat begon als een project met studieclubs voor het verbeteren van bodem- en waterkwaliteit en een efficiëntere benutting van nutriënten. Inmiddels is dit uitgegroeid tot een vereniging van boeren. Een ander voorbeeld is de GLB-pilot van de Vereniging Agrarisch Landschap Achterhoek (Vala). Dit project is gericht op het toepassen van vergroeningsmaatregelen en de mogelijkheid deze in te passen in een verdienmodel. De Marke is bij beide voorbeelden betrokken. De vereniging VKA heeft zelfs haar kantoor op De Marke.
Broedplaats voor vernieuwing
Als verzelfstandigd coöperatief agro-innovatiecentrum wil De Marke samenwerken met verschillende organisaties in de regio en relaties opbouwen met het onderwijs. De proefboerderij moet zich ontwikkelen tot broedplaats voor vernieuwing waar boeren, andere ondernemers, onderzoekers en studenten elkaar ontmoeten en inspireren. Het motto luidt: ‘Samen maken we de toekomst’. Hoe ziet het melkveebedrijf van de toekomst in het oostelijk zandgebied eruit? “Daarvoor hebben we geen blauwdruk, al kun je wel een paar globale kenmerken noemen”, zegt Gielen. “Er zal meer aandacht zijn voor natuurinclusief boeren, we gaan aan de slag met emissies naar lucht en water en we werken aan een robuustere bodem om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen.”
Het overheidsbeleid zou zich moeten beperken tot het stellen van doelen en randvoorwaarden, vinden Gielen en Arfman. In hun ideaalbeeld hebben ondernemers ruimte om keuzes te maken die bij hen passen. Arfman: “Het ene bedrijf zal vol inzetten op biodiversiteit, terwijl het andere zijn efficiëntie vergroot met precisielandbouw. Iedereen kan stappen zetten. Welke dat zijn, wordt bepaald door de omstandigheden op het bedrijf, de stijl van de ondernemer en ligging ten opzichte van de omgeving. Het vinden van passende oplossingen is een zoektocht. Daar willen we met de Marke invulling aan geven.”
Wat doet De Marke?
Melkveeproefbedrijf De Marke is in 1991 van start gegaan voor onderzoek naar om een melkveehouderij op zandgrond met een minimale belasting van het milieu. Het is een melkveebedrijf met ongeveer 85 melkkoeien en 55 hectare grond.
De oostelijke zandgronden, waarop De Marke zich concentreert, vormen een belangrijk productiegebied voor melk. Volgens statistieken van het CBS (data 2020) bevindt zich een kwart van de Nederlandse melkkoeien zich in de zandgrondgebieden van Gelderland en Overijssel. Voor het aantal melkveebedrijven is het aandeel 29 procent.
De Marke is nu nog onderdeel van het praktijkonderzoek van Wageningen University and Research (WUR). De Coöperatie De Marke, voor boeren in de zandgebieden van Overijssel en Gelderland, is met WUR in overleg voor een overname.
Een programmateam werkt vier onderzoekslijnen uit: kringlooplandbouw, natuurinclusieve landbouw, klimaatrobuuste landbouw en precisielandbouw. Kringlooplandbouw is gericht op het beperken van emissies en sluiten van kringlopen. Natuurinclusieve landbouw betreft het combineren van agrarische bedrijfsvoering met natuur- en landschapsbeheer. Met klimaatrobuust worden maatregelen bedoeld die de omgeving beter bestand maken tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte en wateroverlast. Het vierde thema, precisielandbouw, is geen doel op zich, maar een middel om vooruitgang te boeken bij de eerste drie thema’s.
Het agro-innovatiecentrum blijft na de overname betrokken bij een aantal lopende projecten. Een daarvan is ‘Koeien & Kansen’, waarin veertien melkveehouders samen met het proefbedrijf mogelijkheden verkennen van een duurzame en maatschappelijk geaccepteerde en gewaardeerde melkveehouderij. Ook levert De Marke een bijdrage aan de wetenschappelijk onderbouwing van de rekenregels van de KringloopWijzer.