Nederlands-Algerijns project steunt melkveehouderij in Algerije
Het Nederlands-Algerijnse project Centrum voor Kennis- en Technologieoverdracht in Algerije heeft zich beziggehouden met het actualiseren van lesmateriaal, bijscholen van landbouwvoorlichters en -docenten en de bouw van een moderne melkveestal in Algerije. Projectleider John Bonnier heeft samen met Nederlandse experts op het gebied van praktijktraining het project voor de melkveehouderij uitgevoerd namens Bles Dairies.
Volgens Bonnier heeft het project door de Nederlandse inbreng een impuls gegeven aan de Algerijnse melkveesector. Algerije staat in de top drie van landen die veel melkpoeder importeren. De lokale productie dekt nauwelijks de helft van de groeiende behoefte aan melk, nu 112 liter per persoon per jaar. Om de import te beperken, steunt de Algerijnse overheid de ontwikkeling van de melkveesector door subsidieregelingen. Zo wordt de import van drachtige vaarzen financieel ondersteund, onder meer uit Nederland.
Kennis over melkveehouderij
Om dit hoogwaardige importvee goed te managen, zijn vakkennis en vaardigheden onontbeerlijk. Echter niet alleen boeren, ook leraren op landbouwscholen en voorlichters hebben onvoldoende kennis van moderne technologie om de melkveehouderij in Algerije op een hoger niveau te brengen.
Omvang verschilt enorm
De activiteiten zijn uitgevoerd in de regio rond Guelma in het noordoosten van Algerije. Het gaat om een van de belangrijkste zuivelgebieden in Algerije, zegt Bonnier. “De omvang van de bedrijven en het kennisniveau van de boeren verschillen enorm. Er zijn veel kleine melkveehouders in het gebied met minder dan tien koeien en weinig grond, maar ook een groep grotere bedrijven met meer koeien. Vooral op de ontwikkeling van die laatste groep was het project gericht. Meer vakkennis bij juist de wat grotere ondernemers geeft de hele zuivelsector een enorme stimulans.”
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in Nederland en het Algerijnse ministerie van Landbouw waren verantwoordelijk voor het project, waarbij de Nederlandse bijdrage vooral de kennisoverdracht betrof en de Algerijnse kant verantwoordelijk was voor de bouw van een demonstratiestal. Betrokken organisaties waren daarnaast het staatsbedrijf Giplait, melkverwerker en producent, de middelbare landbouwschool in Guelma en vakorganisaties op het gebied van veeverbetering en diergezondheid.
Vraag naar technologie
Modernisering van de melkveehouderij in Algerije is ook in het belang van Nederland, zegt Bonnier. “Schaalvergroting op Algerijnse melkveebedrijven leidt onherroepelijk tot meer vraag naar technologie, bijvoorbeeld op het gebied van stalinrichting, genetisch uitgangsmateriaal en melkwinningsapparatuur. Dat kunnen Nederlandse bedrijven leveren. Nederland staat in Algerije goed op de kaart.”
Mobiele yoghurtfabriek
Nederlandse zuivelondernemingen leveren wel vaker bijdrage aan de (verdere) opbouw van de lokale zuivelsector elders in de wereld. Zo maakte FrieslandCampina onlangs bekend dat zij de zuivelproductie in Nigeria versterkt met de bouw van een mobiele yoghurtfabriek. Daarmee kan de onderneming ter plekke de melk van lokale melkveehouders verwerken tot langer houdbare drinkyoghurt. FrieslandCampina heeft al sinds 1974 een eigen zuivelfabriek in Nigeria.