FrieslandCampina focust op reduceren, niet op compenseren

‹ Terug naar overzicht

FrieslandCampina focust op reduceren, niet op compenseren

Geplaatst op:

Royal FrieslandCampina wil vóór 2050 een nettoklimaatneutrale zuivelproducent zijn. Directeur duurzaamheid Peter Boterman spreekt van een ambitieus traject. “Waar anderen veel compenseren, zetten wij juist vooral in op echt reduceren van onze eigen uitstoot.”

 

Tekst: Sjoerd Hofstee

FrieslandCampina zet de komende jaren verschillende stimuleringsregelingen, bijvoorbeeld gericht op zonnepanelen, voor haar leden-melkveehouders door. (Foto: Landpixel)

Het reduceren van fossiele emissies tot nul; het minimaliseren van onder andere methaanuitstoot door melkvee en het compenseren van resterende emissies die niet kunnen worden gereduceerd. Dat is wat het produceren van klimaatneutrale zuivel inhoudt, volgens FrieslandCampina. De Nederlandse zuivelreus sprak onlangs de ambitie uit om dit vóór 2050 daadwerkelijk te hebben gerealiseerd. Om dit voor elkaar te boksen, stelt FrieslandCampina zichzelf doelen in drie ‘scopes’. Het doel voor Scope 1 en 2 is voor 2030 reeds 63 procent te reduceren ten opzichte van het jaar referentiejaar 2015. Scope 1 en 2 betreft de productieketen wereldwijd en de melktransportketen in Nederland, België en Duitsland.

In Scope 3, de productie van melk op de melkveebedrijven, is het doel om 33 procent reductie reeds in 2030 te behalen ten opzichte van 2015. Ook is er nog een onderverdeling in ‘Scope 3 overig’. Dit betreft de emissies in bijvoorbeeld aangekochte producten, verpakkingen en externe productie. Voor 2030 moet op dit terrein 43 procent reductie plaatsvinden.

Procentueel gezien moet in de eerste jaren de reductie in de productielocaties en rondom het transport dus veel meer dalen dan op de boerenerven, want tussen 2015 en 2020 is al 28 procent reductie behaald én in megatonnen liggen de emissies in Scope 1 en 2 circa dertien maal lager dan in Scope 3 (zie figuur).

In absolute hoeveelheden moet dus bij de leden-melkveehouders veruit de grootste reductie worden behaald. Op dit terrein zet FrieslandCampina de laatste jaren, via verschillende stimuleringsmaatregelen, ook al flink in op reductie van broeikasgassen. Richting 2030 wordt op 33 procent reductie ingezet en de rest van de reductie moet in de jaren tussen 2031 en uiterlijk 2049 plaatsvinden. 

FrieslandCampina investeert fors

Voor alle productielocaties en vooral de leden-melkveehouders staat er de komende jaren hoe dan ook knap wat werk op stapel om de doelstellingen te halen. “Wij hebben de ambitie uitgesproken om voor 2050 onze doelen te realiseren en hebben concrete doelen vastgesteld voor 2030. Belangrijk is dat we nu aan de slag gaan en de komende acht jaar de geplande reductie realiseren”, stelt directeur duurzaamheid Peter Boterman. “Maar dat gaat niet voor niets. Zo zijn er op het erf forse investeringen nodig en we moeten er dus voor zorgen dat er voor onze boeren een goed verdienmodel is en blijft, om ze te kunnen blijven stimuleren deze maatregelen op hun erf te nemen. We denken dat we als zuivelcoöperatie met dit ambitieuze plan, dat op het pad zit om de temperatuurstijging op aarde tot 1,5 °C te beperken, absoluut voorop lopen. En we kunnen als een van de weinigen onze broeikasgasreductie op boerderijniveau meten en verbeteren.”

Overzicht broeikasemissies in de FrieslandCampina-keten in 2015, het referentiejaar, (Illustratie: Royal FrieslandCampina)

Met die laatste opmerking doelt Boterman onder andere op de maatregelentool die FrieslandCampina in 2020 introduceerde. Melkveehouders kunnen hiermee de impact van managementaanpassingen inzichtelijk krijgen. En van daaruit ook punten scoren in Foqus planet, het duurzaamheidsprogramma van het zuivelconcern. 

Echte reductie

Nederland loopt met de beschikbare data die vanuit de KringloopWijzer worden verzameld, voorop. Zo kan het concern wellicht beter, gerichter en gedegener stappen zetten richting reductie. Boterman voegt daar nog iets aan toe: “Bedrijven die nu ‘klimaatneutraal’ claimen te zijn, hebben daar compensatiemaatregelen bij nodig. Wij proberen zoveel mogelijk langs de weg van reductie te realiseren. Wij zetten in op echte reductie in de keten. Daarnaast kiezen we voor een integrale benadering wat betreft verduurzaming. Dat betekent dat we alleen zaken doen die geen negatieve afwenteling hebben op andere duurzaamheidsaspecten zoals biodiversiteit of diergezondheid en -welzijn.”

Energieboeren 

Het dient gezegd te worden: FrieslandCampina zat de laatste jaren niet stil op het gebied van klimaatmaatregelen. Zo draaien wereldwijd alle productielocaties inmiddels op groene stroom. 50 procent daarvan wordt, omgerekend, opgewekt door eigen leden-melkveehouders. Het concern zet in op 100 procent in 2030. 

Daarvoor wordt de komende jaren doorgezet met stimuleringsmaatregelen om leden te laten investeren in bijvoorbeeld zonnepanelen en mono-mestvergisting. “3.400 leden zijn al ‘energieboer’. Het potentieel om te groeien met dat aantal is groot, maar hoe groot precies dat maken we niet openbaar”, vertelt Boterman. “Voor de benodigde financiële middelen kijken we ook naar het nog te effectueren klimaat- en stikstoffonds dat de overheid opzet.” 

Hoeveel kosten FrieslandCampina verwacht te maken en welke investeringen nodig zijn, wil het concern niet delen. En ook niet hoe leden-melkveehouders in directe zin financieel voor hun (extra) inzet worden beloond. 

Een van de maatregelen is het stimuleren van voeradditief Bovaer. Dit product moet melkveehouders helpen de methaanuitstoot van de koe significant te reduceren. Hiermee start deze zomer een pilot en Boterman is hoopvol dat hier op termijn een verdienmodel aan kan worden gekoppeld. “Consumenten geven aan bereid te zijn meer voor duurzame producten te willen betalen. Klanten in de retail en grote voedingsbedrijven hebben elk ook hun eigen reductiedoelen en zijn veelal bereid om mee te investeren in producten met een lagere voetafdruk. De opbrengsten hiervan zullen ten goede komen aan de verduurzaming op het erf.”