‘Laat meer over aan de mensen in dit gebied’
Bij de komende verkiezingen en de daaropvolgende kabinetsformatie staat voor de agrarische sector veel op het spel. Wat verlangt de melkveehouderij van de landelijke politiek? Minder gedetailleerde en van bovenaf opgelegde regeltjes, zegt Ad van Rees, melkveehouder in het Zuid-Hollandse veenweidegebied. “Laat meer over aan de mensen in het gebied.”
( Uit: ZuivelZicht nr. 11, november 2023)
Tekst: Jeen Akkerman
De Alblasserwaard, onderdeel van het Groene Hart, is een bijzonder gebied. Dat weten de mensen die er wonen en werken als geen ander, vindt Ad van Rees (61). Samen met zijn vrouw Marian en hun zoon en bedrijfsopvolger Corné heeft hij een melkveebedrijf in Brandwijk (ZH). Er is ruim 100 hectare grond in gebruik en ze melken 180 koeien, die jaarlijks ongeveer 1,5 miljoen liter melk geven. In de crisisjaren van de vorige eeuw pachtte Ads grootvader het bedrijf, zijn vader en oom kregen het na de oorlog in eigendom. Sindsdien is de melkveehouderij flink gegroeid. Maar anders dan in de rest van het land is de bedrijfsvoering niet veel intensiever geworden. “We strooien nu minder kunstmest dan toen ik boer werd in 1980”, aldus Ad.
Grasbedrijf
Hun bedrijf is een echt ‘grasbedrijf’. De koeien worden volop geweid en ze voeren relatief weinig maïs en krachtvoer in het rantsoen. Dat heeft alles te maken met de bodem in het veenweidegebied; bij Van Rees ligt een klein laagje kleiachtige grond op het eeuwenoude veenpakket. Hier groeit gras het best en dat is de basis voor de kaas die van de melk wordt gemaakt. Van Rees is bestuurder bij DeltaMilk, de coöperatie die bijna veertien jaar geleden de lokale kaasfabriek De Graafstroom kocht toen Friesland Foods en Campina Melkunie fuseerden.
De melk die hij levert wordt verwerkt tot kaas voor Albert Heijn. Van Rees doet mee aan het ‘Beter Voor Koe, Natuur en Boer’ programma van de retailer. Kruidenrijk grasland, weidevogelbeheer en meer biodiversiteit zijn voor hem en andere leden van De Graafstroom niet nieuw. Want de Alblasserwaard heeft een naam hoog te houden als het gaat om boeren met de natuur. “We hadden hier als een van de eersten onze agrarische natuurvereniging Den Haneker; ik zat destijds zelf ook in het bestuur”, vertelt Van Rees.
Groene Cirkel ‘Kaas en Bodemdaling’
Hij vindt het belangrijk in te spelen op maatschappelijke wensen. Dat lukt het beste als het gebied daarvoor de ruimte krijgt. Helaas heeft de politiek de neiging allerlei wensen – vaak zonder feitelijke onderbouwing – om te zetten in dwingende regels. Van Rees somt op: “Natura 2000, hier op een steenworp afstand, voor ganzenopvang, weidevogelgebied en het verbeteren van waterkwaliteit. Het klinkt prachtig, maar als je hier de ganzen hun gang laat gaan, zijn zowel de boer als de waterkwaliteit en de weidevogels de dupe.”
Een betere benadering is volgens hem die in de zogenoemde Groene Cirkel ‘Kaas en Bodemdaling’, een initiatief van de provincie Zuid-Holland. Daarin werkt de provincie samen met Deltamilk/De Graafstroom, waterschap Rivierenland, Rabobank, Wageningen Universiteit en Naturalis aan nieuw perspectief voor het veenweidegebied. Ook hier moeten Van Rees en zijn collega’s opboksen tegen eenzijdige opinies over kwesties die in de praktijk veel genuanceerder blijken te liggen. Neem het heikele thema bodemdaling. De simpele redenering is: de boeren willen een lager waterpeil. Dat veroorzaakt oxidatie en inklinking van het veen en uitstoot van CO2. Daardoor daalt de bodem. Dus moet het peil in de sloot nog lager, enzovoort. Klinkt best aannemelijk. En dan de werkelijkheid volgens Van Rees. De bodem daalt veel minder snel dan velen denken. “Uit metingen blijkt een daling met 30 centimeter in de afgelopen eeuw, dus drie millimeter per jaar.” Dan de oorzaken: “Naast peilverlaging speelt verdichting van de bodem mee. Daarbij gaat het niet alleen om onze zwaardere machines, maar ook om aanleg van wegen en huizenbouw.” En de oplossingen: “Velen zien peilverhoging van het water in de sloten als oplossing voor bodemdaling. Maar dat helpt pas als je het gebied onder water zet en een moeras creëert. Echter, als je dat doet komt, er weer heel veel methaan en lachgas vrij, waardoor je verder van huis raakt.”
Infiltratie
Wat dan wel? In de Groene Cirkel doet Van Rees mee aan een proef om het grondwaterpeil te beïnvloeden. “Dat heeft juist wel effect op bodemdaling. We pompen ‘s zomers water uit de sloot en infiltreren dat via drainagebuizen in de grond. Zo verhogen we het grondwaterpeil om oxidatie tegen te gaan.” Het effect is minder bodemdaling en een lagere uitstoot van CO2. De vermeden CO2-emissie kan bovendien in de vorm van ‘carbon credits’ verkocht worden.
De Groene Cirkel-aanpak laat zien dat ondernemers in het gebied betere oplossingen bedenken als ze daar – binnen duidelijke doelen – de ruimte voor krijgen. Ad van Rees hoopt dat dat besef breder gaat leven in de landelijke politiek na de komende verkiezingen. “Met samenwerking bereik je meer, zeker als je op basis van kennis over dit gebied doeltreffende maatregelen kunt nemen.”