Topkeurmerk PlanetProof legt de lat voor duurzaamheid hoger
On the way to PlanetProof is een onafhankelijk geborgd topkeurmerk dat stuurt op concrete doelen in vier duurzaamheidsthema’s. De vraag naar PlanetProof-melk groeit. Voor 2025 worden nieuwe criteria vastgesteld. De lat voor melkveehouders wordt hoger gelegd en dat is best spannend.
(Uit ZuivelZicht nr. 9, september 2024)
Tekst: Rochus Kingmans
On the way to PlanetProof heeft een stevige plek in het zuivelschap verworven. Vooral dankzij de inspanningen van FrieslandCampina die het onafhankelijke, door SMK (Stichting Milieukeur) beheerde keurmerk volledig heeft omarmd. Maar sinds de start van PlanetProof-zuivel in 2018 zijn er meer concepten en keurmerken bijgekomen. Zo is het Beter Leven keurmerk voor zuivel een rol gaan spelen. Daarnaast zijn er programma’s van bedrijven. Albert Heijn en Royal A-ware hebben het ‘Beter voor Koe, Natuur en Boer’-programma gelanceerd. FoqusPlanet, het kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma van FrieslandCampina, breidt gestaag uit. En onlangs zijn DOC Kaas en Uniekaas Holland samen met supermarktketen Jumbo het duurzaamheidsconcept ‘Tuurlijk’ gestart.
Aanscherping criteria
Ook PlanetProof ontwikkelt zich. SMK legt de laatste hand aan de vaststelling van de nieuwe criteria voor PlanetProof-melk (zie kader). De lat voor melkveehouders wordt daarmee hoger gelegd en dat is best spannend. Zo waarschuwt Jos Uiterwaal, manager melkstromen bij FrieslandCampina, tijdens de hoorzitting medio juni over herziening van de criteria, dat “de balans tussen wat de markt vraagt, het gewicht van de criteria, de inspanningen van de melkveehouders en wat door de zuivelonderneming vanuit de markt kan worden betaald, essentieel is.” Toch beschouwt hij de aanscherping van criteria als ‘ambitieus maar haalbaar’. FrieslandCampina betaalt zijn 800 leden-melkveehouders die PlanetProof-melk leveren, nu een plus van bruto 5 cent per kilo melk voor hun inspanningen. Na aftrek van de coöperatieve inhouding van 0,6 cent, resteert 4,4 cent. Uiterwaal ziet een groeiende marktvraag naar PlanetProof, De zuivelcoöperatie heeft afgelopen zomer 60 nieuwe deelnemers verwelkomd.
Boeren willen zekerheid
Farmel werkt eveneens met het keurmerk. Jehannes Miedema, commercieel manager melk: “PlanetProof is een fantastische mogelijkheid voor boeren die al of bijna voldoen aan de criteria. Maar als je melkveehouders wilt aanzetten tot forse duurzaamheidsstappen, dan zie ik meer in het Beter Leven Keurmerk (BLK) dat wij ook voeren. Ik hoor ook wel boeren zeggen: als er ruimte komt binnen Beter Leven stap ik over.” Dat heeft volgens hem enerzijds te maken met de hogere vergoeding, bij Farmel een plus van 7 cent tegen 4,5 cent voor PlanetProof. Volgens hem biedt Beter Leven boeren ook meer zekerheid op lange termijn. “Boeren willen wel investeren in meer duurzaamheid, maar niet als ze het risico lopen er over een half jaar weer uit te liggen.”
Dat geluid klinkt ook uit de mond van Erik Smale van melkveebedrijf Groot Steinfort in Joppe (GD). Hij levert PlanetProof-melk aan FrieslandCampina en ontving in mei vorig jaar mensen van SMK en FrieslandCampina op zijn bedrijf. “Als het gaat om verdere verduurzaming zeg ik altijd: hang de hoepel maar hoog genoeg, ik spring er wel doorheen. Maar dan moet je ook de beloning ophogen.” Smale vindt de extra opbrengst ten opzichte van FoqusPlanet en weidemelkpremie te laag. “De feitelijke plus is dan maar 1,7 cent. Dat is te weinig als je kijkt naar de benodigde investeringen.” Wat er nodig is, vindt hij, is een hogere vergoeding en zekerheid voor de lange termijn.
Geborgd
Programmamanager Agroketens Herman Docters van Leeuwen bij SMK snapt de roep om langjarige zekerheid en een hogere beloning. Hij vindt dat een verantwoordelijkheid van de hele keten. “De verantwoording van een passende beloning en verbetering van deelnamezekerheid ligt bij de afnemers. Als een ondernemer investeert in verduurzaming en tijdelijk niet meer aan het certificaat voldoet, dan ligt het nu bij de zuivelketen om te bepalen wanneer deze weer kan instromen. Waarbij we begrijpen dat het niet motiveert als je achter in de rij moet aansluiten als je weer voldoet.”
PlanetProof is volgens de programmamanager een Topkeurmerk dat integraal stuurt op concrete doelen, die “we controleren zodat we geborgd kunnen communiceren richting de retail.” Als het gaat om de inhoud is er volgens hem een grote groep boeren die aan de veilige kant zit wat betreft realisering van de criteria.” SMK biedt zekerheid door bij de data uit de KringloopWijzer te werken met het driejarige gemiddelde, zodat veehouders niet worden afgerekend op eenmalige uitschieters. Ook houdt het keurmerk rekening met de forse negatieve impact van blauwtong op dit moment of bijvoorbeeld extreme weersomstandigheden. Door de brede en geborgde integrale aanpak onderscheidt PlanetProof zich volgens Docters van Leeuwen van andere duurzaamheidsconcepten. “Wij zijn bijvoorbeeld het enige keurmerk dat concrete doelen stelt aan levensduur. Ik zie dat de trekkracht van On the way to PlanetProof tot nu toe voldoende is om melkveehouders stappen te laten zetten. Samen zijn ze op weg richting duurzamere melk, waarbij ze zich steeds meer verbeteren en zich daardoor steeds meer onderscheiden.”
Toeslag FrieslandCampina
Als de nieuwe criteria begin oktober zijn vastgesteld, stelt het bestuur van FrieslandCampina de toeslag opnieuw vast. Uiterwaal: “Aangezien de voorstellen nog niet definitief zijn en de beloning uit de markt moet komen, is het nog vroeg om iets over een mogelijke verhoging te kunnen zeggen.” Twee jaar geleden werd de toeslag verhoogd van 4,5 naar 5 cent per kilo melk toen de nieuwe stalcriteria werden geïntroduceerd. “Ons droombeeld is dat wij de melk van al onze leden/melkveehouders die mee kunnen doen aan PlanetProof kunnen verwaarden”, zo besluit Uiterwaal.
Wijziging certificatieschema PlanetProof-melk
Het certificatieschema van On the Way to PlanetProof voor melk wordt aangepast. Sinds de start van het keurmerk in december 2018 is dit de tweede herziening. Twee jaar geleden zijn tussentijds ook stalcriteria toegevoegd. Tijdens een openbare hoorzitting in juni konden betrokkenen reflecteren op de wijzigingsvoorstellen. Mede op basis hiervan wordt het certificatieschema aangepast en begin oktober gepubliceerd, waarna het 1 januari 2025 van kracht wordt.
Het schema bevat criteria op vier thema’s: Kringloop, Natuur & Landschap, Klimaat en Dierenwelzijn & Diergezondheid, waarbij een aantal in stappen wordt ingevoerd. Er zijn onder meer eisen voor emissies (N-bodemoverschot, ammoniak en broeikasgassen), grondgebruik (blijvend grasland, kruidenrijk grasland), diergezondheid en -welzijn. Bij elk van de thema’s horen bovenwettelijke eisen op twee niveaus: basisnorm en topniveau. Deelnemers moeten tenminste voldoen aan de basisnorm en op één van de thema’s uitblinken door het topniveau te halen.