AgroZorgwijzer: voor de boer die dreigt vast te lopen
In 2018 lanceerde de zuivelsector AgroZorgwijzer, bedoeld voor melkveehouders met psychosociale problemen. Wat voegt die zorgwijzer toe aan het netwerk van al langer bestaande zorgvoorzieningen voor agrariërs? We vroegen het projectleider Christel van Raaij.
Tekst: Johan Oltvoort
‘En de boer, hij ploegde voort’, is een beroemde zin uit het gedicht ‘Ballade van den boer’ uit 1935. Dichter Werumeus Buning schetst het beeld van de onverstoorbare agrariër: terwijl er om hem heen van alles gebeurt (politiek, godsdienst, privé), haalt de boer z’n schouders op. Hij zet nog een tandje bij en doet waar ie goed in is: zorgen dat de grond en zijn boerderij floreren. Maar, dat was 85 jaar geleden. De boer en boerin van nu zitten in een ander schuitje. Ze runnen een agrarische onderneming, vaak inclusief enorme investeringen. Ze werken onverminderd hard, maar voelen zich vaak weinig gezien en gehoord. De overheid, afnemers en de maatschappij als geheel stellen strengere en steeds weer veranderende eisen aan hun werk. Maar ook persoonlijke omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de boer gaat tobben. En daar slaat de actualiteit ons al enkele jaren om de oren: het aantal melkveehouders dat in een negatieve spiraal belandt en met psychosociale problemen kampt, lijkt toe te nemen. Precieze cijfers over psychische nood bij boeren ontbreken.
Rinkelende alarmbellen leiden tot AgroZorgwijzer
Verschillende signalen over de oplopende mentale druk deed binnen de sector alarmbellen rinkelen. NZO, LTO, Stichting Zorg om Boer en Tuinder, ZuivelNL en het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren gingen om tafel om over oorzaken en oplossingen na te denken. Zo ontstond het project ‘AgroZorgwijzer’. Een aanpak om alle onderdelen van het net van zorg- en hulporganisaties rond agrariërs verder te versterken, te verbinden en zichtbaar te maken. Inclusief een opvallende vernieuwing: het benutten van de unieke rol van erfbetreders. De voerleverancier, de dierenarts, de bedrijfsverzorger, een collega-boer. Zij zouden een vinger aan de pols kunnen houden.
Voorzichtig doorvragen
Maar durven erfbetreders deze rol aan? “Dat is absoluut een punt”, beaamt Christel van Raaij, projectleider voor AgroZorgwijzer. “Veel boeren praten niet makkelijk over gevoelens. Wordt een gesprek emotioneel, dan staan ze op: ‘Kom, we moeten weer aan het werk’. En de erfbetreder komt niet op bezoek als goede vriend maar vanuit een zakelijke relatie. Toch zijn er vaak wel aanknopingspunten, zeker als beiden elkaar al vele jaren kennen. Met voldoende tact kun je als erfbetreder wel degelijk voorzichtig doorvragen. Of, als er een opening wordt geboden, verwijzen naar hulp. Kun je de boer niet bereiken en maak je je toch zorgen, misschien is er dan iemand anders binnen de kring rond de boer die met hem of haar kan praten. Je zou een praatje kunnen maken met de partner, een medewerker of een andere erfbetreder.”
Trainingen
AgroZorgwijzer organiseerde vorig jaar samen met 113 Zelfmoordpreventie een aantal trainingen voor erfbetreders. Tijdens de korte cursus leerden ze onder meer hoe je op een open manier kunt doorvragen. “Met deze trainingen verbinden we de kennis die er in de reguliere hulpverlening is, met de behoefte die er is bij erfbetreders om er voor de ander te kunnen zijn”, zegt Van Raaij.
“De sector staat al jaren onder druk. Wie het nieuws volgt, kent de voorbeelden. Bij sommige boeren en boerinnen loopt de druk zo hoog op, dat ze psychische problemen krijgen. Dat gaat gelukkig lang niet altijd over zelfmoordgedachten. Het gaat veel vaker over vastlopen, je ongelukkig voelen en daardoor klachten ontwikkelen. Kun je hierover praten, dan is de kans dat je op tijd passende hulp inschakelt veel groter. En daar gaat het mij om: hulp durven vragen en weten waar je de deskundige vindt die jij nodig hebt. Dan helpt het als mensen naar elkaar omzien. Vraag simpelweg: hoe gaat het met je?”
Verbreding
Het team achter AgroZorgwijzer zoekt en krijgt in het hele land een podium voor de AgroZorgwijzer. GGD, GGz, allerlei beroepsorganisaties, hulpverleningsinstanties, onderwijsinstellingen: de aandacht groeit. Ook de ministeries van LVN en VWS zijn betrokken.
In eerste aanleg zou het project zich op de melkveehouderij richten, maar inmiddels wordt gekeken naar verbreding: ook in andere agrarische beroepen werken immers zoveel sterke en evengoed ook kwetsbare mensen.
Gestapelde problematiek
“Ik krijg regelmatig de vraag of er nu meer ondernemers zijn die hulp zoeken vanwege bijvoorbeeld de spanning rondom het stikstofdossier”, zegt Van Raaij. “Uit ingrijpende perioden in het verleden blijkt dat mensen pas om hulp vragen wanneer er duidelijkheid is. Dan realiseert de boer zich: ‘Dit is het, hier moet ik het nu mee doen’. Dat kan grote spanningen veroorzaken. Rondom het stikstofdossier zal dat vermoedelijk weer zo gaan. De druk loopt op. Toch gaat het in veel gevallen niet over één oorzaak; vaak gaat het om gestapelde problematiek. De agrariër ziet steeds minder uitwegen en dan is er iets wat de emmer doet overlopen. Niet zelden rust ook de verantwoordelijkheid voor een generaties omvattend familiebedrijf en de zorg voor een gezin en de veestapel op de schouders. Door de verwevenheid van bedrijf, geschiedenis en gezin is dit een compleet andere wereld, vergeleken met mensen die in loondienst zijn.”
Werumeus Buning, de aan het begin van dit artikel geciteerde dichter, realiseerde zich hoe belangrijk deze ‘andere wereld’ is. Hij besloot zijn ballade met ‘Terwille van den boer die ploegt, Besta de wereld voort!’
Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 4 2020. Nog geen abonnee? Klik HIER.