Blijven groeien in achtertuin van miljoenen consumenten
Raymond Noordermeer vertrekt na acht jaar als algemeen directeur bij De Graafstroom. Onder zijn leiding is de coöperatieve kaasmaker uitgegroeid tot een specialist natuurgerijpte Goudse voor het ‘private label’-segment. Opvolger Remi Knulst staat voor de uitdaging de groeiambities waar te maken.
(Uit ZuivelZicht nr. 7, juli 2024)
Tekst: Bert Kleiboer
Hoog langs de gevels van de bedrijfsgebouwen van Zuivelfabriek De Graafstroom in Bleskensgraaf lopen glimmende stalen leidingen. Ze staan in verbinding met een nieuw gebouw. Dat is de machinekamer met warmtepomptechnologie waarmee het zuivelbedrijf zijn energievoorziening heeft verduurzaamd, intern bekend als project Helios. Ook opvallend: het machinegebouw staat op een paar honderd meter van de fabriek. De ruimte ertussen is bedoeld voor uitbreiding van de productie. De vergunning is al aangevraagd. Ondanks alle uitdagingen in de sector hebben de kaasproducent en zijn eigenaar coöperatie DeltaMilk dus volop ambities. In deze periode besluit algemeen directeur Raymond Noordermeer afscheid te nemen. Het bestuur van de coöperatie heeft financieel directeur Remi Knulst benoemd als nieuwe hoofddirecteur.
Waarom deze wisseling van de wacht en hoe gaat De Graafstroom onder de nieuwe dagelijkse leiding de uitdagingen van deze tijd te lijf? We vragen het aan de vertrekkende en nieuwe directeur en de voorzitter van de coöperatie, Henk van der Wind.
Umfeld niet bepaald rustig
Zijn vertrek is een persoonlijk besluit, zegt Noordermeer aan het begin van het gesprek. “Ik word dit jaar 60 en werk acht jaar in deze positie. Dat is vind. Ik heb hier met buitengewoon veel
plezier gewerkt, het bedrijf draait heel goed, dit is een mooi moment om de bakens te verzetten. Wat ik ga doen weet ik nog niet, eerst neem ik de tijd om los te laten.”
Hoe kijkt hij terug op de afgelopen acht jaar? “Toen ik begon was het een lastige tijd voor onze leden. De melkprijs was historisch laag en melkveehouders kregen te maken met de fosfaatwet, waarbij ze een deel van hun veestapel moesten inleveren. In de afgelopen jaren hebben we de coronacrisis gehad en meer recent een oorlog in Oekraïne met alles wat daaruit voortkomt. Het Umfeld is niet bepaald rustig geweest.”
Gevraagd naar de hoogtepunten in de afgelopen periode zegt hij: “Het is lastig er een paar dingen uit te halen. Het gaat vaak om een optelsom van kleine stapjes die allemaal belangrijk zijn. We zijn als team continu bezig met analyseren, verbeteren en doorontwikkelen. De afgelopen acht jaar hebben we heel veel optimaliseringen doorgevoerd. Daarom staat er nu een goed draaiende kaasmakerij. We zijn financieel robuust en hebben een volle orderportefeuille.”
“Een grote verandering was het inrichten va onze fabriek op meerdere melkstromen, in 2018. Daarmee waren we één van de eersten in de markt. Een andere grote stap is ons energieproject
Helios, dat we vorig jaar hebben afgerond. Wat deze grote aanpassingen extra uitdagend maakt is dat tijdens de verbouwing de productie en de verkoop altijd doorgaan.”
Overname
De fabriek was tot 2009 onderdeel van Campina. De laatstgenoemde wilde fuseren met Friesland Foods en daarvoor stelde de mededingingsautoriteit voorwaarden. Een van de consequenties was het afstoten van deze locatie. DeltaMilk, destijds een leveranciersvereniging van circa 60 boeren, meldde zich als koper. De ontwikkeling van de coöperatie (zie ook kader) vindt Noordermeer ook een van de hoogtepunten. De ondernemende leveranciersvereniging heeft zich ontwikkeld tot een coöperatie met ruim 200 leden. “We hebben een vitale
coöperatie met ondernemende leden. De lijnen zijn kort, we kennen elkaar en bij ons heeft iedereen stemrecht. We maken daarbij geen onderscheid tussen grote en kleine bedrijven.”
Zelfstandig blijven
Opvolger Remi Knulst is een vertrouwd gezicht. Hij vormde met Noordermeer de afgelopen acht jaar de tweehoofdige directie. Voorzitter Henk van der Wind: “Wij kiezen voor continuïteit, zowel voor de leden als voor de bedrijfsvoering. Remi was al betrokken bij alle belangrijke dossiers en dat maakt hem de juiste man als algemeen directeur. Daar hebben we geen moment aan getwijfeld.”
Blijft de relatief kleine coöperatieve kaasmaker onder zijn leiding zelfstandig? Knulst: “Daar kan ik kort op antwoorden: ja.” Voorzitter Van der Wind. “Dat hebben we bij deze gelegenheid binnen het bestuur ook weer bevestigd. We kijken met het volste vertrouwen naar de toekomst.” De drie mannen zijn stellig. Er is geen behoefte aan een fusie of overname; niet uit noodzaak, ook niet om het succes te gelde te maken. “Wij gaan ervan uit dat we op eigen kracht beter af zijn”, zegt Knulst. “Wij hebben de grootte en de financiële slagkracht voor de investeringen die nodig zijn voor de toekomst. Dat hebben we ook laten zien in de afgelopen periode.” Noordermeer: “Er vindt wel degelijk een consolidatie plaats, daar sluiten we onze ogen niet voor. Maar desalniettemin hebben wij een relevant sterke positie in natuurgerijpte kazen, onze ‘core business’. Onze fabriek is qua efficiëntie en flexibiliteit concurrerend. Wat ook
belangrijk is, is de markt. Consumenten willen weten waar hun voedsel vandaan komt en hoe het wordt gemaakt, het liefst in korte ketens. In dat verhaal zijn we heel goed gepositioneerd. Wij zitten, met onze melkveehouders en onze fabriek, in de achtertuin van miljoenen consumenten in de Randstad.”
Toekomst
Wat ziet de nieuwe topman als de grote uitdagingen? “We hebben de afgelopen jaren duidelijk voorgesorteerd op de toekomst. Dat wil zeggen: de kwaliteit die we willen leveren, de melkstromen die we verwerken en de klanten die we willen bedienen. En eigenlijk gaat het zo goed dat we nu tegen de grenzen van onze productiecapaciteit aanlopen. Daarom willen we groeien, zodat wij onze klanten nog meer kunnen voorzien van onze kwaliteitskaas.” Ruimte om te groeien is tegenwoordig niet vanzelfsprekend. In de veehouderijsector wordt eerder
gesproken over krimp. Knulst: “Ik snap dat dat tegenstrijdig lijkt. Die verwachte krimp hangt eigenlijk al een paar jaar boven de markt. Maar tot nu toe is die er nog niet gekomen.”
Wachtlijst
Is het niet riskant om te investeren in groei als die krimp boven de markt hangt? “Ik zeg niet dat ik dat gevaar ontken. Ik verwacht ook dat er een krimp komt. Tegelijkertijd denk ik ook dat wij de instrumenten hebben om de juiste melkplas aan te trekken.” De Graafstroom is niet de enige die melk aan zich wil binden. Er is een concurrentieslag om de schaarse melk. Dat raakt DeltaMilk voorlopig niet. Integendeel, er is een wachtlijst met melkveehouders die zich willen aansluiten, zegt de directeur. Daarbij is de coöperatie selectief in haar aannamebeleid. “Wij kiezen de boeren die bij ons passen”, zegt voorzitter Van der Wind: “Bij nieuwe leden kijken we naar een financieel gezonde bedrijfsvoering, maar ook naar hoe de ondernemer aankijkt tegen maatschappelijke discussies en eisen die onze afnemers stellen: pas je in een bepaalde melkstroom en heb je de flexibiliteit om daarin mee te bewegen?”
“We verwachten ook van nieuwe bedrijven dat ze toekomstgericht zijn”, vult Knulst aan. “Is de ondernemer jong genoeg of is er opvolging binnen het bedrijf? De lange termijn is voor ons heel belangrijk.”
Kaasmaker en klassieke coöperatie
DeltaMilk begon in 2003 als leveranciersvereniging en is later omgevormd tot coöperatie. Sinds 2009 is deze eigenaar van Zuivelfabriek Graafstroom in Bleskensgraaf. Deze onderneming produceert jaarlijks 45.000 ton kaas, met name natuurgerijpte goudse, voor het ‘private label’-segment. De benodigde melk (450 miljoen kg) komt deels van de ongeveer 200 leden-melkveehouders in het westelijk veenweidegebied en de regio rond de Utrechtse Heuvelrug. Een ander deel komt van derden. Bij de overname hoorde een gegarandeerde melkstroom vanuit FrieslandCampina. Die regeling is beëindigd, daarvoor in de plaats zijn andere contracten afgesloten. De Graafstroom wil daarover geen details prijsgeven. DeltaMilk is een klassieke coöperatie met rechtstreekse vertegenwoordiging, waarbij elk lid stemrecht heeft in de algemene ledenvergadering. Dat is belangrijk voor de aangesloten melkveehouders, zegt voorzitter Henk van der Wind. “We koesteren het idee dat iedereen meebeslist. Dat betekent dat we elkaar heel goed meenemen in de besluiten. Als we voor een grote investering staan, dan is het de taak van het bestuur en de directie om dat heel goed te onderbouwen. We vinden het eigenlijk pas echt geslaagd als een grote meerderheid instemt met een voorstel. Met 55 procent zijn we in principe niet tevreden.”