Duinzuivel: ‘Met deze kaas en ons verhaal hebben we goud in handen’
Op zoek naar perspectief en een nieuw verdienmodel staken melkveehouders rondom de Loonse en Drunense Duinen de koppen bij elkaar. Met een eigen coöperatie – Duinzuivel – en een eigen kaas willen ze een flinke plus realiseren op hun melkprijs. De eerste batches zijn gemaakt en binnen anderhalf uur was de eerste 600 kilo kaas verkocht. De eigen productie van kaas onder het label ‘Brabants Duingoed’ geeft de melkveehouders nieuwe energie.
Tekst: Bert Westenbrink
20 cent, dat willen de boeren van Coöperatie Duinzuivel extra vangen voor hun melk. Een plus van twee dubbeltjes op een liter biedt het perspectief waar de veertien melkveehouders die meedoen aan het initiatief naar snakken. “Toen ik het idee hoorde was ik gelijk enthousiast. Ik dacht: dit is het!”, zegt Mari van Drunen.
Coöperatie Duinzuivel
Hij is voorzitter van de nieuwe coöperatie. Aan de keukentafel kent zijn geestdrift nauwelijks grenzen. 50 meter verderop liggen de Loonse en Drunense Duinen, Nationaal Park en Natura 2000-gebied. “Ben je er wel eens geweest?” vraagt de melkveehouder. “Prachtig gebied. We hadden vroeger paarden, dan gingen we de duinen in en in volle galop naar Tilburg. Dat kan nu niet meer. Moet je netjes op de ruiterpaden blijven.”
Duinboeren
Het natuurgebied is de naamgever van de coöperatie en de boeren die er in de schil omheen wonen, de duinboeren. De melkveehouders onder hen hebben de handen ineengeslagen. Ze gaan hun eigen kaas maken en afzetten. Het is een ultieme poging om in het gebied weer een stip op de horizon te zetten voor de melkveebedrijven. En hoe het avontuur ook afloopt, nu al staat vast dat het initiatief voor nieuw elan zorgt. “We nemen het heft in eigen handen. Daar krijgen we enorm veel energie van”, vertelt Van Drunen.
Het verhaal is: Brabantse bedrijven zitten ingesloten door natuur, hoe kun je dan blijven boeren? Van Drunen haalt de geschiedenis aan van de almaar stijgende kosten en de achterblijvende melkprijs. “De sector is uitgewrongen met een melkprijs die al veertig jaar hetzelfde is. Dat is een vet probleem. En dan moeten we nu ook nog natuurinclusief gaan produceren. Dat betekent dat je niet alleen méér grond nodig hebt, maar ook dat de kwaliteit van het ruwvoer achteruitgaat, die hoge vem-gehaltes in je gras raak je kwijt. De maatschappij vraagt het en iedereen roept het, maar heel veel mensen onderschatten wat het voor ons betekent. Zoals Schumacher van FrieslandCampina het laatst in het tv-programma Buitenhof zei: boeren kunnen niet rood staan en groen denken.”
Twee dubbeltjes
Met 20 cent extra voor een liter melk is er weer toekomstperspectief, vertelt Van Drunen. Die twee dubbeltjes zijn eerst en vooral bedoeld om de inkomens van de deelnemende duinboeren een impuls te geven en lucht te geven aan een groene bedrijfsvoering, zoals die geëist wordt door de maatschappij. Maar tegelijk wordt een deel van de plus ingezet voor het behoud van het landschap. Dat is naast verplichte weidegang en openstellen van de bedrijven voor het publiek, de basis van het marketingconcept waarmee de duinboeren hun kaas in de markt willen zetten. Zo liften ze onder het label ‘Brabants Duingoed’ mee op de trend dat de consument steeds vaker kiest voor lokaal geproduceerd voedsel, waarvan de herkomst duidelijk is.
Een werkgroep van duinboeren en burgers gaat zich bezighouden met welke maatregelen het gebied rondom de Loonse en Drunense Duinen aantrekkelijker kan worden gemaakt. Het is aan die werkgroep met burgers om te bepalen hoe, vertelt Van Drunen. Dan moet er gedacht worden aan een wandelpad, een kikkerpoel, een heg. “Mogelijk gemaakt door onze zuivel.”
Als je dat goed communiceert (‘Ik heb al gezegd dat we dat op de kaas moeten zetten’), dan heb je een sterk verhaal, zegt Van Drunen. “Naast onze bedrijven richten we ons op de natuur. We gebruiken het gebied, dat maakt ons uniek.” Daar komt bij, aldus de
voorzitter, dat gebiedspartners het initiatief steunen, zoals de Gebiedsonderneming Duinboeren & Maatschappij die zich richt op het behoud van het agrarische gebied rondom de Loonse en Drunense Duinen. “Ook de provincie denkt mee. Dat is belangrijk. Ze willen de koeien behouden in de schil.”
Drie batches
Op het moment van het gesprek begin december zijn er drie batches gemaakt. Elke keer ging er 2.000 liter in de kaasbak. De 600 kilo kaas was in anderhalf uur verkocht, vertelt Van Drunen. Het plan is dat de kaasproductie langzaam maar zeker wordt opgevoerd. Elke keer levert een melkveehouder een deel van zijn melk voor de kaasbak, de rest gaat naar FrieslandCampina.
Van Drunen looft de smaak van de kaas. “Mijn neef zei: er zit een soort brieachtige smaak aan. Ja, het is gewoon ontzettend lekker. Ik kan het niet uitleggen. Ik was bij een kaasspeciaalzaak en zei tegen de eigenaar: deze kaas moet je proeven. Er komen hier zoveel boeren met eigen kaas, zei die man. Toch geproefd en hij bestelde meteen twee wielen. Hij vroeg niet eens naar de prijs.”
De kaas wordt gemaakt door Hollandsche Meesters in Rhenen, een coöperatieve kleinschalige kaasmakerij, opgezet door boeren in de Gelderse Vallei. “Past precies bij ons”, zegt Van Drunen. “Ze hebben het kaasmaken echt goed in de vingers. We zijn er blij mee.”
De veertien melkveebedrijven die participeren in Coöperatie Duinzuivel variëren flink in grootte: van veertig tot 120 koeien. Eén bedrijf is biologisch, belangrijk voor verbreding van het assortiment, vertelt Van Drunen. De melkveehouders zijn allen lid van FrieslandCampina. Het plan om een deel van de melk zelf te gaan verwerken, moest met de zuivelproducent worden afgestemd. Dat gebeurde, het licht ging op groen, maar wel onder een set van voorwaarden. Zo mogen alleen leden van FrieslandCampina lid worden van Coöperatie Duinzuivel, vertelt Van Drunen. Daarmee houdt de zuivelreus zicht op de ontwikkeling van het Brabantse initiatief, want hoe klein ook, de coöperatie is toch een concurrent in de regio ‘s-Hertogenbosch-Tilburg-Waalwijk, waar ze haar Duinzuivel wil afzetten.
Spannend
Voorlopig is het vizier gericht op kaas. “We hebben ook gekeken naar yoghurt en kwark, maar kaas is veiliger om mee te beginnen.” Nu de eerste batches zijn gemaakt, moeten de volgende stappen worden gezet. “Januari wordt spannend”, zegt Van Drunen. Dan moeten negen nieuwe batches worden afgezet. Dat betekent dat de coöperatie serieus werk moet maken van de afzet en de verkooppunten buiten de eigen ‘Duinboerenbubbel’, zijnde de boerderijwinkels, boerencampings en horeca in het gebied rond de duinen.
De volgende stap is afspraken maken met speciaalzaken en franchisenemers van supermarktketens als Jumbo en Plus. Daar wordt nu werk van gemaakt, zegt Van Drunen. “Plus uit Udenhout belde vorige week zelf. Die wil onze kaas hebben.”
Dat de kaas aan de prijs is door de 20 cent extra op de melkprijs, ziet Van Drunen niet als bezwaar. “Het is zoals die man van de kaasspeciaalzaak zei: met deze smaak en ons verhaal hebben we goud in handen.”
Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 1 2021. Nog geen abonnee? Klik HIER en profiteer het eerste jaar van maar liefst 25% korting.