Emissieloos, diervriendelijk en veel koeien per arbeidskracht
De ligboxenstal is in de jaren zeventig van de vorige eeuw een revolutie in de huisvesting van melkkoeien. De huidige uitdagingen in de sector vragen opnieuw om een totaal ander stalconcept. Innovatiecentrum Dairy Campus verkent de kansen voor de bouw van de ‘EVA-stal’. “We gaan alle detailonderzoeken integreren in een nieuw stalsysteem.”
(Uit: ZuivelZicht nr. 4, april 2024)
Tekst: Alice Booij
Het is inmiddels acht jaar geleden dat onder de rook van Leeuwarden in Friesland het innovatiecentrum Dairy Campus is verrezen. In dit complex, onderdeel van Wageningen UR, is het werk van zes proefbedrijven geclusterd, in een samenwerking tussen onderzoek en bedrijfsleven. Hier worden zo’n 500 melkkoeien en ruim 300 hectare grond ingezet voor onderzoek naar een breed scala aan onderwerpen. Met wegen, meten, vastleggen en voorspellen leveren de koeien data voor een beter een duurzamer bedrijfsmanagement, met de blik gericht op de toekomst.
Veel van dat onderzoek wordt uitgevoerd in de zes verschillende stallen die Dairy Campus rijk is. Als het meezit komt daar volgend jaar nog een stal bij, zo geeft Kees de Koning, manager innovatie en ‘business development’, aan. “Een stal waar we een integrale aanpak kiezen, waarbij alle detailonderzoek geïntegreerd kan worden in één bedrijfssysteem”, beschrijft hij. “Detailonderzoek met focus op broeikasgassen, met behoud of verbetering van dierenwelzijn, enzovoort.”
Denken vanuit de koe
De stal van de toekomst heeft ook al een naam: de EVA-stal, oftewel emissievrij – beter nog emissieloos – en autarkisch, wat betekent zoveel mogelijk zelfvoorzienend voor energie en water. Alhoewel symbolisch treffend, dekt de naam de lading niet helemaal. “We kijken ook naar dierenwelzijn. Het borgen van dierenwelzijn is het uitgangspunt. Denken vanuit de koe: waar voelt zij zich het best bij.”
Onderzoek naar het verminderen van emissies en het beperken van de methaanuitstoot wordt nu al volop uitgevoerd op Dairy Campus. “Daarbij kijken we naar het effect van voeding en de verschillende voedermiddelen, maar ook naar de invloed van de fokkerij en de rol die huisvesting kan spelen bij het beperken van emissies. In die nieuwe stal willen we al deze detailonderzoeken samenvoegen tot één systeembenadering.”
Een ambitieus plan. De Koning zoekt met zijn team naar een revolutionair stalconcept, dat na de grupstal en de ligboxenstal de potentie heeft om de nieuwe standaard binnen de melkveehouderij te worden. “We kiezen voor een complete systeemverandering, waarbij alle thema’s voor toekomstbestendigheid terug te vinden zijn in dat nieuwe stalconcept. Je kan het vergelijken met het high-tech bedrijf en het lage-kosten bedrijf die op de voormalige onderzoeksboerderij Waiboerhoeve in Lelystad hebben gestaan. “Dat waren stalsystemen die melkveehouders inspireerden. Twee extreem van elkaar verschillende systemen – alweer ruim 25 jaar geleden – die beide als doel hadden met een minimale arbeidsinzet een lage kostprijs te realiseren.”
Het verhogen van de arbeidsefficiëntie is een vraagstuk dat blijvend op de agenda van melkveehouders staat. Daarmee heeft het ook in de nog te ontwikkelen EVA-stal een hoge prioriteit, geeft De Koning aan. “Het doel is met automatiseren en met behulp van sensoren een bedrijf met circa 250 koeien door 1 FTE te laten runnen.”
Geen aparte melkstroom
Om meer koeien per arbeidskracht te kunnen verzorgen wordt niet alleen gedacht aan automatisch melken en automatisch voeren, maar ook aan het inzetten van sensoren en beeldtechniek om de gezondheid van de veestapel te monitoren. “Deze automatisering heeft tot doel de kostprijs te verlagen om de investering in zo’n stal op termijn terug te verdienen”, aldus De Koning.
De ontwikkeling van het nieuwe bedrijfssysteem is niet gericht op het aanboren van nieuwe markten met aparte melkstromen. “Een meerprijs voor melkveehouders zou mooi zijn, maar alle zuivelverwerkers hebben al melkstromen die een extra beloning geven bij bijvoorbeeld een lagere emissie en meer dierenwelzijn. Melk geproduceerd in een EVA-stal voldoet aan die voorwaarden.”
Verkenningen met potentiële investeerders
Dairy Campus is momenteel op tournee om een grote verkenning uit te voeren rondom de ‘EVA-stal’. “We praten met veel verschillende partijen om vanuit alle invalshoeken ideeën aangedragen te krijgen hoe zo’n stal eruit zou kunnen zien.” Ter inspiratie is er met behulp van artificiële intelligentie (AI) al een schets gemaakt die overigens niet als stalontwerp dient. “Het kan uiteindelijk nog heel wat anders worden”, nuanceert De Koning. “Het zou een hele grote zandbak kunnen worden, een vernieuwd ligboxensysteem of een stal waar koe en kalf bij elkaar kunnen blijven; noem maar op, alles is bespreekbaar en er staat nog niets vast”, brainstormt hij. “Deze verkenning gebruiken we om op alle vlakken de mogelijkheden te onderzoeken.” De gesprekken dienen daarbij ook om potentiële investeerders te benaderen om zo de noodzakelijke fondsen te werven. “Het is een miljoenenproject waarbij demonstratie, onderzoek en praktijk helemaal met elkaar verweven zijn. We hopen partners voor deze setting te vinden.”
In het totaalplaatje van de EVA-stal is het doel een forse stap vooruit te zetten in stal- en bedrijfsinnovatie. Zo’n systeem uitwerken en onderzoeken is een initiatief dat je van een innovatiecentrum als Dairy Campus mag verwachten. “Wij proberen ideeën uit waar de praktijk zijn voordeel mee kan doen. We zullen ongetwijfeld doorschieten maar uiteindelijk gaan we ervan uit dat een blauwdruk ontstaat van het melkveebedrijf voor de toekomst.”