Fonterra wijzigt strategie, consumentenzuivel in etalage

‹ Terug naar overzicht

Fonterra wijzigt strategie, consumentenzuivel in etalage

Geplaatst op:

Fonterra gooit het roer om. De Nieuw-Zeelandse coöperatie heeft het plan om de consumentenactiviteiten af te stoten. Ook Fonterra Oceanië en Fonterra Sri Lanka worden in de etalage gezet. “Wij geloven dat we meer waarde kunnen creëren door onze middelen te richten op Ingredients en Foodservice.”
(Uit ZuivelZicht nr. 6, juni 2024)

Tekst: Bert Westenbrink

Na een ‘strategische evaluatie’ kondigt Fonterra de koerswijziging aan. Daarin ligt de focus op het versterken van de kernactiviteiten om ‘een zo sterk mogelijk rendement te leveren voor aandeelhouders en deelnemers’. Conclusie is dat de zuivelproducent de meeste waarde creëert met de productie en levering van ‘innovatieve ingrediënten van wereldklasse’ in het business-to-businesskanaal. Afstoten van de consumentenactiva zal bijdragen aan het creëren van “een eenvoudigere, beter presterende coöperatie”, zegt topman Miles Hurrell bij de presentatie van de plannen. “Wij geloven dat we meer waarde kunnen creëren door onze middelen te richten op Ingredients en Foodservice.”

Die aankondiging vindt plaats op 16 mei, twee maanden na de presentatie van de halfjaarcijfers over 2023/2024 van het concern. De winst van Fonterra stijgt over de eerste helft van het gebroken boekjaar met 23 procent naar omgerekend 375 miljoen euro (674 miljoen NZ-dollar). De verbeterde winstgevendheid is goed nieuws voor de boeren/aandeelhouders van de coöperatie. Ze hebben in april een interim-dividend uitgekeerd gekregen van 15 cent, 5 cent meer dan in 2023. De winstverwachting per aandeel over het hele jaar (50 tot 65 cent) blijft gehandhaafd. Hetzelfde geldt voor melkprijsverwachting (NZ$ 7,50 – 8,10 per kilo ‘milk solids’).

Sterke cijfers. Toch is het concern in de eerste helft van het boekjaar geconfronteerd met afgenomen rendementen in de ingrediëntenunit, maar ziet deze gecompenseerd door toegenomen verkoopvolumes en marges in de foodservice én de consumentendivisie. En die laatstgenoemde unit met een omzet van 3,3 miljard NZ-dollar staat nu op de nominatie verkocht te worden.

Geheel of gedeeltelijk afstoten

Verrassend? Nee, want Fonterra richt zich sinds een aantal jaren op het verwaarden van de ‘eigen’ Nieuw-Zeelandse melk met de focus op het creëren van hogere toegevoegde waarde. Dat betekent dat buitenlandse activiteiten worden afgestoten, zoals recent is gebeurd met het Chileense Soprole en Dairy Partners Americas Brazilië, een joint venture met Nestlé. In de nu ontvouwde plannen volgt de kapitaalintensieve consumentendivisie, die wereldwijd opereert met merken als Anchor, Mainland, Kāpiti, Anlene, Anmum, Fernleaf, Western Star en Perfect Italiano, alsook de bedrijven Fonterra Oceanië en Fonterra Sri Lanka. Ze worden geheel of gedeeltelijk afgestoten, waarbij een beursgang een van de opties is die wordt onderzocht. Fonterra verwacht binnen 12 tot 18 maanden het verkoopproces af te ronden. Dit betekent dat 17 productielocaties in de etalage worden gezet – de meeste in Australië, maar ook enkele in Zuidoost-Azië, één in het Midden-Oosten en drie in Nieuw-Zeeland – concludeert de Nieuw-Zeelandse krant The New Zealand Herald.

Vrijhandelsakkoorden

De Nederlandse zuivelanalist Mark Voorbergen zegt dat de verkoop past in de strategie van Fonterra. “Ze hebben heel veel buitenlandse activiteiten afgestoten en bedienen de meest internationale markten alleen nog via de vele vrijhandelsakkoorden die Nieuw-Zeeland recent heeft afgesloten. In het Verenigd Koninkrijk doen ze buiten export niet veel meer. In China zijn ze lokaal nauwelijks nog actief. In Latijns-Amerika doen ze bijna niks meer. Het past dus in het verhaal. Dat begon toen ze in China heel veel geld verloren en de boeren in Nieuw-Zeeland zeiden: hoeveel centen gaat dit de komende jaren op onze melkprijs schelen? Kunnen we er niet beter afscheid nemen? Toen is men de internationale activiteiten kritischer gaan volgen.”

De ontmanteling van de buitenlandse activiteiten betreft nog niet de wei-verwerking van Fonterra in Heerenveen, stelt Voorbergen vast. “Ik ga ervanuit dat de wei in Nederland nog wel rendeert en een goede bijdrage levert. Ze hebben in Heerenveen ook een prachtig groot volume, naast de fabriek van A-Ware. Het is bijna een ideale set-up en als het al aan de orde zou zijn is het een van de laatste assets die zou gaan, denk ik.”

In de nu voorliggende plannen is de verkoop van de Australische activiteiten een substantieel bestanddeel. Fonterra heeft een belangrijk stempel gedrukt op de Australische zuivelmarkt met grote overnames en de verwerking van een flink deel van de melk. Nog maar kortgeleden is de Australische unit met de Nieuw-Zeelandse consumentenactiviteiten geïntegreerd in het bedrijf Fonterra Oceanië. Nu wil de Nieuw-Zeelandse coöperatie ervan af.

Voorbergen verbaast zich er niet over. Hij stelt dat in Nieuw-Zeeland al langere tijd kritisch gekeken wordt naar de Australische tak: “Ik sprak een Australische adviseur in de zuivel en die vertelde mij dat het is gaan rommelen toen een aantal jaren geleden kranten schreven dat Nieuw-Zeelandse boeren de Australische activiteiten jaarlijks subsidieerden met tientallen miljoenen dollars. Dat vinden boeren niet leuk om te horen. Toen is er een bommetje gelegd. Daar komt bij dat Australië ook een lastige markt wordt met sterke concurrentie om de melk. Je moet daar net als in Nederland vechten om de fabrieken vol te krijgen en dat heeft een melkprijs verhogend effect. Leuk voor de boeren in Australië, maar niet voor die in Nieuw-Zeeland.”

Uit de mode

De strategie van Fonterra staat niet op zich. De tijd van grootschalige expansie in verre buitenlanden lijkt voorbij, beaamt Voorbergen. “Het opbouwen van een ‘value-chain’ met de melk van anderen, met een logistiek die je niet kent en met een marktstructuur die je niet kent, is een beetje uit de mode. Als er overnames plaatsvinden dan is dat niet meer ‘heel ver weg en heel groot’, maar zijn het meer ‘fill-in acquisitions’.”

De analist stelt daarbij vast dat de grote coöperaties de laatste tijd weinig succesverhalen hebben geschreven met overzeese investeringen die echt voor langere tijd gerendeerd hebben. “Ik kan niet zoveel voorbeelden noemen. Uitzondering zijn de Friese activiteiten in Indonesië en de Aziatische landen. Maar dat hebben ze al opgebouwd sinds de jaren zestig.” Waar coöperaties als Fonterra en FrieslandCampina wel beter in worden is waarde toevoegen in het business-to-businesskanaal, schetst de analist. “Wat er met ‘ingredients’ of met mozzarella gebeurt in die markten is echt wel indrukwekkend. Daar haalt men de winst. Het gaat altijd over ‘risk’ en ‘return’. En als je het goed doet, kun je in B2B tegen een relatief laag risico een prima verwaarding realiseren.”

 

 

Foto: Nigel Spiers/Alamy Stock Photo