Griekse yoghurtmaker Fage bouwt in Hoogeveen aan Europese groei
A-Insights gelooft dat het gebruik van data in toenemende mate van belang is om de juiste strategische beslissingen te kunnen nemen. In deze editie kijkt het naar de Griekse yoghurtmaker Fage, die in december aankondigde een fabriek te gaan bouwen in Hoogeveen.
Tekst: Mathieu Geuskens
Het bijna honderd jaar oude familiebedrijf Fage is gespecialiseerd in het maken van Griekse yoghurt, waarvan een groot deel onder de eigen merknaam wordt verkocht. De kernmarkten van Fage zijn de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Italië en Griekenland. Het bedrijf weet in 2020 in vrijwel al deze markten de omzet te verhogen. De totale omzet nam toe met 2,9 procent, waarbij een volumestijging van 7,5 procent werd getemperd door lagere verkoopprijzen (-2,9 procent) en de zwakke dollarkoers.
Sterke positie Fage in retailkanaal
De recente volumestijging is vermoedelijk het gevolg van de focus van het bedrijf op het retailkanaal, die als gevolg van horecasluitingen goed presteerde in coronajaar 2020. Ook in de eerste negen maanden van 2021 weet Fage hogere verkoopvolumes te realiseren (+4,8 procent), maar de zwakke dollarkoers en een lagere gemiddelde verkoopprijs (-3,9 procent) zorgen voor een omzetdaling van 1,9 procent.
In voorgaande jaren zag Fage de omzet jaarlijks teruglopen, ondanks een uitbreiding van de Amerikaanse fabriek in 2017. Het bedrijf ervaart druk op zowel de volumes als de verkoopprijzen: Fage heeft de gemiddelde verkoopprijs sinds 2017 met 13,8 procent zien dalen en het verkoopvolume ligt ondanks de stijging in 2020 nog 2,1 procent lager dan in 2017.
Lage melkprijs stuwt margeniveaus
Fage realiseert met een gemiddeld operationeel resultaat van 13,3 procent gezonde marges, al staan deze net als de omzet sinds 2017 onder druk. Een dalende brutomarge is de voornaamste oorzaak van de druk op de resultaten, wat het bedrijf in 2019 weet te compenseren met besparingen op het marketingbudget. In 2020 zorgt een daling van de melkprijs in Amerika (-12,5 procent) voor een toename van de brutomarge omdat de verkoopprijzen minder sterk zijn afgenomen, wat aangeeft dat Fage in staat is geweest het sterke merk goed te benutten. Door relatief stabiele operationele kosten vertaalt de brutomargestijging zich naar een hogere operationele winst.
In een poging de brutomarge blijvend te verbeteren geeft het bedrijf aan actief bezig te zijn om het productportfolio te optimaliseren. Op deze manier wil Fage meer waarde toe te voegen aan de melk, waarvoor het meerdere nieuwe producten heeft gelanceerd. Voorbeelden zijn een lijn met yoghurt met minder suiker, gmo-vrije zure room, beide in 2019, en een lactosevrije yoghurt in 2020.
Fabriek in Hoogeveen
In december kondigde Fage aan een fabriek te gaan bouwen in Hoogeveen, die in 2024 operationeel moet zijn. Eerder kondigde Fage nog aan een fabriek te willen bouwen in Luxemburg, maar met de verkoop van het daar aangekochte perceel is dit plan definitief van de baan. De nieuwe fabriek moet zo’n 40.000 ton yoghurt kunnen produceren, waarmee aan de groeiende vraag in het Verenigd Koninkrijk, Italië en de rest van Europa moet worden voldaan. Fage geeft aan dat het verwacht zo’n € 150 miljoen te investeren in de fabriek in Hoogeveen. Het bedrijf lijkt hiervoor geen extra schulden te hoeven aantrekken: in september 2021 had het bedrijf een cash buffer van circa € 179 miljoen.
Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 1 2022.
Nog geen abonnee? Klik HIER en profiteer
het eerste jaar van maar liefst 25% korting.
De nieuwe fabriek in Hoogeveen wordt de eerste grote investering voor Fage sinds de uitbreiding van de fabriek in Johnstown in de Amerikaanse staat New York, die in 2017 werd voltooid. Sindsdien heeft de yoghurtmaker beduidend minder geïnvesteerd dan de afschrijvingen, met een krimpende activabasis tot gevolg.
Met de nieuwe fabriek lijkt Fage, ondanks de teruglopende verkoopvolumes en omzet, in te zetten op verdere groei. Afgaande op de dalende omzet in Amerika en de volgens het bedrijf forse concurrentie op de Griekse markt, lijkt Fage deze groei vooral te zoeken in de rest van Europa. Dit verklaart de keuze voor Nederland als locatie voor de nieuwe fabriek: er is niet alleen voldoende melk om de fabriek te vullen, Nederland is ook uitstekend ontsloten om de producten door de rest van Europa te exporteren.
Mathieu Geuskens is zuivelanalist bij A-Insights.