Groei aandeel biologisch in de melkproductie stagneert
Annual Insight analyseert maandelijks in ZuivelZicht de ontwikkelingen in de zuivelmarkt op basis van data. Het bedrijf gelooft dat het gebruik van data in toenemende mate van belang is om de juiste strategische beslissingen te kunnen nemen. In deze editie onderzoeken we het aandeel biologisch in de Nederlandse melkproductie.
Tekst: Mathieu Geuskens
Duurzaamheid is ‘hot’ in de Nederlandse zuivelsector. Met duurzaamheidsprogramma’s en toeslagen proberen de zuivelverwerkers boeren te verleiden tot verduurzaming van de productie, wat met verdere aanscherping van de wet- en regelgeving op het gebied van milieu noodzakelijk lijkt te zijn. Omdat de voorwaarden voor deze toeslagen en programma’s uiteenlopen richten we ons in dit artikel op de biologische zuivelproductie, waar gestandaardiseerde eisen voor gelden.
In 2018 telde Nederland 471 biologische melkveebedrijven, die gezamenlijk 294 miljoen kilo rauwe melk produceerden. Daarmee was in dat jaar 2,1 procent van de totale Nederlandse rauwe melkproductie biologisch gecertificeerd. Dat was een forse toename ten opzichte van de 1,5 procent die in 2015 biologisch gecertificeerd was. De groei van het aandeel biologische melk in de totale Nederlandse rauwemelkproductie stagneerde in 2019.
Biologisch heeft vergelijkbaar rendement
Zuivelondernemingen proberen daar hun beleid op aan te passen. Afhankelijk van het portfolio zal de ene onderneming dan kritischer worden bij de aanname van biologische rauwe melk, terwijl we ook zuivelbedrijven zien die wel open blijven staan voor extra biologische melkleveranties.
Daarbij is het financiële plaatje voor de boer belangrijk: loont het in Nederland om als melkveehouder biologisch te produceren? Gegevens van het CBS bieden hier enkele interessante inzichten in. Allereerst valt het op dat biologische en niet-biologische melkveebedrijven ruwweg vergelijkbaar in omvang zijn: in 2018 bedroeg de gemiddelde omzet van een biologische melkveehouder circa € 401.000, tegenover een gemiddelde omzet van € 395.000 voor niet-biologische melkveehouders.
Logischerwijs liggen de opbrengsten per kilo substantieel hoger voor biologische boeren, maar interessant is vooral dat biologische boeren dit ook weten te vertalen naar een hoger operationeel resultaat per kilo rauwe melk. De Ebit (resultaat voor rentelasten, belastingen en uitzonderlijke baten en lasten) per kilo ligt voor de biologische boer in 2018 circa 5 cent hoger dan bij de niet-biologische boer.
Vertekend beeld
Puur naar het operationeel resultaat kijken kan een vertekend beeld geven: de kapitaalbehoefte van boeren die biologisch werken ligt hoger dan die van niet-biologische boeren. Om hier rekening mee te houden kijken we naar het rendement, waarin het gebruikte kapitaal (vaste bedrijfsmiddelen en werkkapitaal) worden afgezet tegen de behaalde resultaten. Hier zien we dat het rendement van een biologische melkveehouder in 2017 en 2018 vergelijkbaar is met dat van niet-biologische boer.
Als we kijken hoe Nederland het qua biologische melkproductie doet ten opzichte van andere Europese zuivellanden zien we dat Nederland een relatief beperkte biologische melkveestapel heeft. Binnen de Europese Unie is gemiddeld 4,5 procent van de melkveestapel in 2019 biologisch gecertificeerd. Nederland zit met een biologisch aandeel van 2,4 procent hier ruim onder.
Mathieu Geuskens is zuivelanalist bij Annual Insight.
Dit artikel is eerder verschenen in ZuivelZicht 3 2021. Nog geen abonnee? Klik HIER en profiteer het eerste jaar van maar liefst 25% korting.