Groei zuivelmarkten houdt aan, vooral in India en ZO-Azië

‹ Terug naar overzicht

Groei zuivelmarkten houdt aan, vooral in India en ZO-Azië

Geplaatst op:

De mondiale productie van melk en de vraag naar zuivel blijven groeien in het komende decennium. Die groei vindt voornamelijk plaats in Azië en Afrika. De impact van China op de wereldhandel neemt af, terwijl India en Zuidoost-Azië winnen aan invloed. Dat verwachten de OECD en de FAO in hun gezamenlijke Agricultural Outlook 2024-2033.
(Uit: ZuivelZicht nr. 8, augustus 2024)

Tekst: Bert Kleiboer

De Agricultural Outlook is een jaarlijkse uitgebreide analyse en vooruitblik op markten van agrarische grondstoffen in de komende tien jaar. Deze zomer is de editie voor 2024-2033 verschenen. Daarin voorzien OECD en FAO dat het totale verbruik van landbouw- en visserijproducten met gemiddeld 1,1 procent per jaar blijft groeien. Zuivel, als relatief hoogwaardige voeding, groeit bovengemiddeld. Dat is vooral te danken aan een stijging van de welvaart in opkomende economieën.

Twintig procent meer melk

De komende tien jaar blijft de mondiale productie van melk groeien met 1,6 procent per jaar. De totale hoeveelheid komt in 2033 op 1.085 Mt, bijna twintig procent meer dan nu. Daarvan komt 81 procent van koeien, 15 procent van buffels en 4 procent van geiten, schapen en kamelen. Meer dan de helft van de groei vindt plaats in India en Pakistan. Over tien jaar komt dertig procent van alle melk uit deze twee landen. Ook China en een aantal Afrikaanse landen zullen bovengemiddeld groeien. De productie in de EU stagneert volgens de verwachting. Dat komt mede door het beleid dat aanstuurt op minder intensieve productie. In de VS en, in mindere mate, Nieuw-Zeeland is nog wel ruimte voor enige productiegroei.

China

In de regio’s waar de productie het hardst groeit, groeit ook de consumptie het meest. Hier is het verbruik per hoofd van de bevolking nog gering en de vraag neemt toe doordat de bevolking relatief sterk toeneemt en door een stijgend niveau van welvaart. De opmars van India en landen in Zuidoost-Azië zet door. Van de consumptiegroei die wordt verwacht in het komende decennium, vindt bijna een derde (31 procent) plaats in deze landen. India en Zuidoost-Azië nemen de plaats in van China, dat in de afgelopen 10 jaar 28 procent van de consumptiegroei voor zijn rekening nam. De impact van China neemt af, doordat de inkomens niet meer zo hard stijgen en de bevolkingsgroei stagneert. De consumptie blijft er groeien, maar veel minder dan voorheen. Van de toenemende consumptie is nog ‘slechts’11 procent toe te schrijven aan China.

In Europa en Noord-Amerika, de wat meer volwassen zuivelmarkten, vlakt de consumptie per consument af, al wordt ook hier nog steeds groei verwacht in kaas. Omdat de opkomende zuivellanden niet zelfvoorzienend zijn, blijft er behoefte aan internationale handel. De wereldhandel zal in 2033 zijn toegenomen tot 13,9 Mt. Dat is twaalf procent meer dan het niveau in 2021-23. De VS, de EU en Nieuw-Zeeland blijven dominant. Deze leveren samen ongeveer 70 procent van de mondiale export. Nieuw-Zeeland blijft de grootste exporteur van boter en volle melkpoeder, de EU blijft leider in kaas. De VS is nummer 1 in de uitvoer van magere melkpoeder, een positie die dit land in 2021 overnam van de EU. Andere grote exporteurs zijn Australië (kaas, magere melkpoeder), Argentinië (volle melkpoeder).

Onvoorspelbare factor India

De Outlook bestempelt India als een onvoorspelbare factor. Dit land is veruit de grootste zuivelproducent, maar richt zich vrijwel uitsluitend op de binnenlandse consumptie. Een kleine verandering kan grote invloed hebben op de internationale markten. Volgens FAO en OECD verkent een aantal Indiase zuivelbedrijven al actief de mogelijkheden van export naar buurlanden. Een andere onzekerheid is de veranderende houding van consumenten in rijkere landen. De consumptie van verse zuivelproducten Europa, Oceanië en Noord-Amerika zal naar verwachting dalen. Dat komt deels door de toenemende consumptie van plantaardige zuivelalternatieven. De impact van deze veganistische producten op langere termijn is volgens de outlook nog niet te voorspellen. Enerzijds wordt een ‘sterke groei’ verwacht in Europa, Oceanië, Noord-Amerika en Oost-Azië. Aan de andere kant zijn er ‘tegenstrijdige zienswijzen’ over het effect op zowel milieu als de voedingswaarde, die zorgen voor twijfel over zuivelalternatieven. Overigens zijn er, volgens de Outlook, op deze markten ook ‘groeiende zorgen’ om gezondheidsaspecten van zuivel, die mogelijk invloed hebben op de consumptie.

Honger blijft

De groei van de consumptie van dierlijke producten in opkomende economieën draagt bij aan een toename van de gemiddelde dagelijkse calorie-inname van 7 procent in middeninkomenslanden. In landen met een laag gemiddeld inkomen is dat slechts 4 procent en dat is te weinig. Volgens OECD-FAO betekent dit dat de wereldgemeenschap er niet in zal slagen honger uit te bannen in de komende 10 jaar. Dat is een van de duurzame ontwikkelingsdoelen (‘Sustainable Development Goals’) van de VN. Inkomensbeperkingen belemmeren de overgang naar betere voeding, met dierlijke producten, groenten en fruit. “De Outlook bevestigt de noodzaak om strategieën te implementeren die de productiviteitskloof in lage- en middeninkomenslanden overbruggen om de binnenlandse productie te verhogen en het inkomen van boeren te verbeteren”, aldus FAO-directeur-generaal Qu Dongyu.

Bijbehorende grafieken zijn te vinden in de papieren editie van ZuivelZicht. De foto op de overzichtspagina is van Shutterstock.