‘Het gebruik van parameter CO₂/kg melk is geen kenmerk voor duurzaamheid’
“Het gebruik van de parameter CO₂/kg melk is bruikbaar en zinvol om de efficiëntie van de productie in uit te drukken, maar niet als kenmerk voor duurzaamheid”, stelt Robert Baars, die onlangs als lector werd geïnaugureerd voor het lectoraat Climate Smart Dairy Value Chains op Hogeschool Van Hall Larenstein.
Tekst: Sjoerd Hofstee
Baars richt zich met de leerstoel Climate Smart Dairy Value Chains – vrij vertaald: ‘klimaatslimme zuivel in de keten’ – op toegepast onderzoek naar zuivelproductie waarbij de uitstoot van broeikasgassen zoveel mogelijk wordt gereduceerd. Dat is de internationale context; in de Nederlandse context komt daar het stikstofverhaal nog bij. “De discussie over hoe in te zetten op een wijze van zuivelproductie die minder milieubelastend is, verschilt sowieso wereldwijd sterk. Wij kijken in bijvoorbeeld Nederland direct naar de hele keten. Alle schakels zijn hier ook relatief nauw met elkaar verbonden. Maar in Afrika en Zuid-Amerika wordt de meeste melk direct geconsumeerd of lokaal verkocht. Daar is vaak alleen sprake van een informele keten, waarin kwaliteitscontrole nagenoeg afwezig is.”
Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 10 2021.
Nog geen abonnee? Klik HIER en profiteer
het eerste jaar van maar liefst 25% korting.
Baars stelt ook dat de koe nog net zo goed een koe is als pak ‘m beet 25 jaar geleden en de boer ook nog steeds een boer. Alleen heeft de wetenschap een andere bril opgezet. “Jarenlang richtte de sector zich op productieverhoging. De wetenschap was daar met haar onderzoekagenda’s een aanjager van. Inmiddels heeft dit voor de wetenschap niet meer de hoogste prioriteit. We kijken nu meer naar hoe productie mogelijk blijft op een wijze dat het milieu daar minder onder lijdt. Daarvoor zijn meer instrumenten en handvatten nodig. Of we moeten nieuwe innovaties zien door te ontwikkelen om ze betaalbaar en daarmee haalbaar te maken voor de praktijk: de melkveehouders.”
Lage CO2-uitstoot
De nieuwbakken lector stelt daarbij nadrukkelijk het uitdrukken van CO2-belasting, en dan specifiek welke parameters daarvoor worden gebruikt, aan de kaak. “Ik ben veel internationaal actief en hoor en zie in andere landen dat de Nederlandse zuivelsector overal in de wereld goede sier maakt met de lage CO2-uitstoot per kilo product. En dat in de context van duurzaamheid. In Nederland zelf zien we dat bijvoorbeeld nog veel concreter in het programma On the way to Planet Proof. In dit programma, dat als duurzaamheidsprogramma wordt gepresenteerd, wordt CO2 per kilo melk ook meegewogen. Echter, dat is niet correct. Deze parameter zegt wel iets over efficiëntie en is daarom ook zeker zinvol. Maar nogmaals: niet als duurzaamheidsparameter. En zo wordt het nu wel gebruikt.”
Onlogische uitkomsten voor duurzaamheid
Baars wil de zuivelsector niet verwijten ‘misbruik’ te maken van de parameter. “Dat zou betekenen dat er opzet in het spel is en dat geloof ik niet.” De lector licht toe dat de parameter onder andere door het IPCC (Intergovernmental Panel of Climate Change) is ontwikkeld en door de FAO is gebruikt in diverse rapporten. Mede daardoor heeft het kengetal wereldwijd een vlucht gekregen. “De onderzoekers van dit panel gaat het echter om het meten van CO2. Dat is niet een-op-een hetzelfde als de duurzaamheid van melkveehouderijsystemen goed tot uitdrukking brengen –hetgeen waar het ons wel om te doen moet zijn.”
Hij vervolgt dat het volgens hem niet klopt dat biologische of extensieve melkveehouders niet voor deelname aan programma’s als Planet Proof in aanmerking komen omdat ze op CO2-uitstoot slecht scoren. Terwijl intensievere melkveehouders wel goed uitkomen omdat een intensiever werkwijze het makkelijk maakt om op CO2 per kilo product gunstig te scoren. “Als je de uitstoot per hectare zou uitdrukken krijg je een compleet andere uitkomst. Zo ongeveer het tegenovergesteld. Ik stel niet dat de parameter CO2/hectare leidend moet worden, maar alles wijst er op dat dat wel veel beter de duurzaamheid van een systeem uitdrukt. Of die parameter of een afgeleide daarvan passend is, is onderdeel van de zoektocht en het onderzoek dat wij de komende jaren gaan uitvoeren.”
Discussie aangaan
Baars vindt dat dit vraagstuk ook opgaat voor het uitdrukken van stikstofuitstoot. “Waarom drukken we dat juist weer uit per hectare? Die vragen moeten we openlijk durven bediscussiëren en dan toewerken naar realistisch en praktische parameters.”
Hij stelt dat de discussie hieromtrent nationaal en internationaal nog amper speelt, maar dat dat wel nodig om tot ‘klimaatslimmere zuivelproductie’ te komen. “Dat pak ik zeker niet alleen op. Hiervoor wil ik juist samenwerken met anderen en in gesprek gaan. De stichting SMK, die het keurmerk On the way to Planet Proof behartigt, heeft mij reeds benaderd om in gesprek te gaan. Ook in Wageningen wordt op de universiteit al aan dit onderwerp gewerkt. Daarnaast hoop en verwacht ik op korte termijn in gesprek te gaan met zuivelbedrijven zoals FrieslandCampina om met hen van gedachten te wisselen over dit thema. Een team van studenten is hoe dan ook reeds gestart om concrete voorbeelden uit te werken; voorbeelden die als bewijs kunnen dienen dat een ander gebruik van parameters nodig is om een duurzame melkveehouderij op correcte wijze tot uitdrukking te kunnen brengen.”