Historisch hoge inkomens melkveehouderij in 2022
De kosten voor onder andere voer, kunstmest, energie en machines waren weliswaar ongekend hoog, maar de opbrengsten stegen nog harder. Dat heeft in het afgelopen jaar gezorgd voor een sterke inkomensstijging op melkveebedrijven.
(Uit Zuivelzicht nr. 1, januari 2023)
Tekst: Bert Kleiboer
Het gemiddelde inkomen van melkveehouders is in het afgelopen jaar toegenomen tot €115.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid. Dat blijkt uit de inkomensramingen van Wageningen Economic Research (WEcR). Het geraamde inkomen ligt fors boven het niveau van 2021 (€45.000) en 2020 (€33.000). Het niveau van 2022 ligt €70.000 boven het 5-jaarsgemiddelde over de periode 2017-2021.
Bij de presentatie van de cijfers sprak bedrijfseconoom Harold van der Meulen van een “historisch niveau”. Belangrijkste oorzaak is de hoge melkprijs, die een “ongekende groei” liet zien van 47 procent ten opzichte van een jaar eerder. Dat vloeit voort uit een wereldwijd gestegen vraag, terwijl het aanbod achterblijft. Behalve van de dure melk profiteerden melkveehouders ook – zij het in mindere mate – van hogere opbrengsten voor verkochte kalveren en slachtkoeien. De toename van de opbrengsten is ruimschoots voldoende om de sterk gestegen kosten van met name voer, kunstmest, energie, gebouwen en machines te compenseren.
Biologisch
Het inkomen van biologische melkveehouders steeg veel minder. Dit wordt voor 2022 geraamd op circa € 70.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid. Dit is een plus van €24.000 ten opzichte van het voorgaande jaar en €29.000 boven het vijfjaarlijkse gemiddelde. Dat de toename kleiner is, komt doordat de biologische melkprijs (+19 procent) minder hard steeg. Voor geitenmelk was de prijsstijging nog kleiner, namelijk gemiddeld +3,5 procent. Dat was niet voldoende om de hogere kosten in 2022 te compenseren. Het inkomen op melkgeitenbedrijven komt volgens de raming uit op gemiddeld €59.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid. Dit is €54.000 lager dan in 2021 en ruim 40 procent onder het 5-jaarlijkse gemiddelde.
Bedrijfsinformatienet
Melkveehouders verdienden de afgelopen jaren meer dan gemiddeld in de land- en tuinbouw. Gemiddeld over alle land- en tuinbouwsectoren lag het inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid in 2022 op €100.000 en dat was €34.000 boven het vijfjaarlijkse gemiddelde.
De ramingen zijn gebaseerd op data uit het bedrijfsinformatienet van Wageningen Economic Research. Dit is een steekproef onder 1.500 bedrijven uit verschillende sectoren die representatief zijn voor agrarische bedrijven met een omzet van ten minste €25.000. Het kengetal ‘inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid’ doet recht aan de situatie op de meeste agrarische bedrijven. Daar verrichten ondernemers en hun gezinsleden het merendeel van de arbeid verrichten, maar krijgen meestal geen salaris. Door de bruto winst (opbrengsten uit het bedrijf minus betaalde kosten en afschrijvingen) te delen door het aantal onbetaalde arbeidskrachten zijn de inkomens van verschillende bedrijfstypen beter met elkaar te vergelijken. Gemiddeld heeft een melkveebedrijf 1,7 à 1,8 onbetaalde arbeidskrachten.
Rentabiliteit
WEcR berekent ook de rentabiliteit: opbrengst/€100 kosten. Dat is de verhouding tussen de opbrengsten en de kosten inclusief berekende kosten voor arbeid (van de ondernemer) en kapitaal. In het jaar 2022 verbeterde de rentabiliteit in de gangbare melkveehouderij van 93 tot 111. In de biologische sector was de stijging kleiner, in de melkgeitenhouderij nam de rentabiliteit af. Het volume van de melkproductie nam met 1 procent toe. Die stijging vond vooral in het tweede halfjaar plaats. Toen waren de boerenmelkprijzen zo sterk gestegen dat de opbrengsten opwogen tegen de hoge kosten van bijvoorbeeld extra krachtvoeder. De productiewaarde van melk steeg in 2022 tot bijna 8 miljard euro, volgens een schatting van het CBS.
Economisch rooskleurig jaar, zorgen over toekomst
“Qua economie was 2022 rooskleurig, maar als je wat beter kijkt stond het afgelopen jaar vooral in het teken van de stikstofcrisis. Die heeft op individuele bedrijven voor heel veel onrust gezorgd”, aldus senior onderzoeker melkveehouderij Alfons Beldman van Wageningen Economic Research, tijdens de presentatie van de inkomensramingen. Melkveehouders hebben volgens de onderzoeker zorgen over de continuïteit en de ontwikkelingsmogelijkheden van hun bedrijf. Dat blijft zo in het komende jaar.
Daarbij is stikstof niet het enige hoofdpijndossier. De hervorming van het mestbeleid, het wegvallen van de derogatie (waardoor melkveehouders minder mest mogen uitrijden) en de vraag wat er gaat gebeuren met grondgebondenheid hangen ook boven de markt, aldus Beldman. “Deze kunnen een enorme impact hebben op de melkveehouderij.” Hij noemde ook het thema klimaat. “Het overheidsbeleid is nog niet concreet ingevuld, maar je ziet dat de markt al steeds meer gaat sturen op reductie van de carbon footprint. Zuivelverwerkers gaan in het komende jaar serieuze stappen zetten.”
Tabel: Gemiddeld inkomen uit bedrijf en rentabiliteit op agrarische bedrijven
Aantal bedrijven 1) | Inkomen uit bedrijf € / onbetaalde aje 2) |
Rentabiliteit: € opbrengst /€100 kosten |
|||
2022 | 2021 | 2022 3) | 2021 | 2022 3) | |
Totaal land- en tuinbouw | 41.860 | 82.000 | 100.000 | 104 | 105 |
Melkveebedrijven,. | 13.570 | 45.000 | 115.000 | 93 | 111 |
– w.o. biologisch | 540 | 46.000 | 70.000 | 94 | 102 |
Geitenbedrijven | 395 | 113.000 | 59.000 | 108 | 96 |
1) Ondergrens omzet €25000
2) Arbeidsjaareenheid
3) Raming
Bron: Bedrijveninformatienet; bewerking Wageningen Economic Research