Interfood: het levenswerk van Frank van Stipdonk
Interfood is een van de grote spelers in de internationale handel in zuivelproducten. Dit jaar bestaat de onderneming vijftig jaar. Een gesprek met eigenaar Frank van Stipdonk: hoe een ambitieuze jongen zijn talent ontdekte en een miljardenbedrijf bouwde.
Tekst: Jeen Akkerman
In het voorjaar van 1978 belde Frank van Stipdonk aan bij Interfood in Hapert. Hij had een afspraak voor een sollicitatiegesprek over de functie van logistiek medewerker. De toen twintigjarige jongeman stond te trappelen om aan het werk te gaan na zijn voltooide HTS-opleiding.
De jonge Frank werd aangenomen. Logistiek kende hij wel, maar “ik wist niet wat melkpoeder was”, zegt de man die nu aan het hoofd staat van een wereldwijd handelsbedrijf in diverse zuivelproducten. Hij was destijds de vierde medewerker van het bedrijf dat Jules Joosten in 1970 oprichtte. In de beginjaren bestond de handel vooral uit kalvermelkpoeder voor Italië en ingeblikte condens voor Griekenland. Jongste bediende Van Stipdonk zorgde ervoor dat de vrachtwagens met het juiste product op het afgesproken tijdstip arriveerden bij de klanten in deze landen.
Interfood: zelf handelen
In het kleine team van vier mensen komt het regelmatig voor dat mensen elkaar vervingen. “Joosten was niet altijd op kantoor, dus dan nam ik de telefoon op. Voor ik het wist, was ik zelf aan het handelen”, herinnert Van Stipdonk zich. Al na een paar jaar wordt hij medeverantwoordelijk voor commercie.
In de jaren tachtig groeit Interfood in zowel werkgebied als productenportfolio. Weipoeder, magere melkpoeder en grondstoffen voor de kalvermelkindustrie worden onderdeel van het productenpakket dat Interfood aanbiedt. Niet alleen aan klanten in Italië en Grieken-land, maar ook steeds vaker in Frankrijk, België, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Daarnaast gaat de onderneming ook steeds meer naar buiten de EU exporteren.
Talent
Interfood heeft de wind in de zeilen, Van Stipdonk blijkt een commercieel talent. “Met de hulp van geweldig leuke mensen, af en toe een beetje geluk en hard werken”, nuanceert hij zijn eigen rol. Al in 1985 wordt hij medeaandeelhouder en adjunct-directeur. In 1990, Interfood telt dan zestien medewerkers, overlijdt oprichter Jules Joosten onverwacht.
Van Stipdonk neemt alle aandelen over van de familie. Hij herinnert zich nog goed dat hij naar de bank ging om hiervoor een lening af te sluiten. “Ik zag natuurlijk mogelijkheden, maar mijn vrouw en ik hadden toen drie kleine kinderen, dus je vraagt je ook wel af hoeveel risico je kunt of moet nemen.”
Van Stipdonk zag in die jaren ook bedreigingen. Mede onder invloed van de productiebeperking in de Europese melkveehouderij vond een consolidatieslag plaats in de zuivel. Ook het aantal afnemers in de voedingsindustrie nam door fusies af. “Ik zag dat Europa voor de zuivelhandel kleiner werd. Daarom zijn we in die jaren nieuwe mogelijkheden gaan verkennen buiten Europa.”
Door in verschillende regio’s van de wereld zowel de inkoop als de verkoop van een breed pakket aan zuivelproducten te organiseren, voorzag Van Stipdonk Interfood van een steviger fundament. Hoe hij dat deed? Hij kijkt even uit het raam van de monumentale villa aan de statige Parklaan in Eindhoven waar hij kantoor houdt. “Trial and error, dus vallen en opstaan”, zegt hij dan met een glimlach.
Alle continenten
De opbouw van een wereldomspannend netwerk is inmiddels voltooid (zie kader). Allerlei vormen van samenwerking zijn daarbij uitgeprobeerd, uiteindelijk heeft het geresulteerd in een duidelijke filosofie: louter 100 procent dochterondernemingen zonder inmenging van derde partijen.
Wie verwacht dat zo’n wereldwijd opererend handelsbedrijf vooral bezig is met ingewikkelde financiële constructies zoals hedging en opties, heeft het mis. “Natuurlijk maken we gebruik van alle mogelijkheden die er zijn om risico’s te beperken. Maar dat is slechts een klein deel van het werk van onze mensen. Voor 90 procent zijn we met niets anders bezig dan waar we ooit mee begonnen: ervoor zorgen dat onze klanten de zuivelgrondstoffen krijgen die ze nodig hebben voor hun productie.”
In vijftig jaar naar meer dan € 2 miljard
Interfood is met een jaarlijks volume van 1 miljoen ton product wereldwijd een van de leidende handelsondernemingen in zuivelproducten en -grondstoffen. Het bedrijf dat dit jaar zijn vijftigjarig jubileum viert heeft een jaaromzet van ruim € 2 miljard en maakte in 2018 een winst van € 18 miljoen. Met vestigingen in Eindhoven, Warschau, Sint Petersburg, Dubai, Peking, Singapore, Melbourne, Algiers, Dakar, Montevideo, Sao Paulo, Mexico City en Miami is de onderneming actief op alle continenten, met uitzondering van Antarctica. Van de twintig grootste voedingsbedrijven in de wereld zijn er diverse vaste klant van Interfood. Dat is het resultaat van een niet aflatende focus op het bouwen van relaties met afnemers. De waarden betrouwbaarheid, meedenken en kennis combineert Interfood met het behoud van een informele familiecultuur. Dat leidt niet alleen tot trouwe klanten, maar ook tot sterke relaties met toeleverende zuivelondernemingen. En tot loyale medewerkers die graag en lang voor Interfood werken. Van de huidige driehonderd medewerkers is er een tiental langer dan 25 jaar in dienst.
Lees verder onder de foto.
Dat betreft inmiddels een breed spectrum aan zuivelproducten: allerlei melkpoeders, boter, kaas, (eiwit)ingrediënten, vloeibare melk, concentraten en gecondenseerde en geëvaporeerde melk. Daarmee voegt Interfood waarde toe, zo weet Van Stipdonk. “De voedingsindustrie vraagt om grondstoffen met specifieke kwaliteiten op het juiste moment. Wij kunnen onze afnemers garanderen dat ze die producten krijgen, omdat we de markt goed kennen. Daarmee bouwen we relaties, de overgrote meerderheid van onze leveranciers en klanten doet al jarenlang zaken met Interfood.”
Actief deelnemen
Dat leidt ertoe dat Interfood inmiddels meer is dan een handelsbedrijf. Het bedrijf neemt ook actief deel in meerdere zuivelondernemingen om gezamenlijk nog betere grondstoffen voor de voedingsindustrie te ontwikkelen. Gevraagd naar voorbeelden wijst Van Stipdonk op de deelneming van € 15 miljoen in de nieuwe kaasfabriek van de Estlandse zuivelcoöperatie Epiim in 2018. Er zijn meer voorbeelden, ook dichter bij huis, maar daarover worden geen details verstrekt.
“Je moet kansen zien en adequaat reageren”, aldus Van Stipdonk. Dat is in de afgelopen vijftig jaar vaak goed gegaan, maar soms moet er leergeld worden betaald. Enkele jaren geleden ging Interfood ook handelen in producten zoals zetmeel. Het leek een logische stap nu plantaardige ingrediënten meer in de belangstelling staan bij de voedingsindustrie. Voor de zuivelmensen van Interfood bleek het toch niet te werken. Inmiddels is de eerste zin op de website van de onderneming weer: ‘We love dairy’.
Opkomende markten
Zeker in het afgelopen decennium heeft Interfood volop geprofiteerd van de groei in opkomende markten, vooral in Azië en Zuid-Amerika. Maar ook een nieuwe trend in de voedingsindustrie is volgens van Stipdonk belangrijk. “Lange tijd zag je dat foodbedrijven hun zuivelgrondstoffen bij voorkeur rechtstreeks inkochten bij de zuivelindustrie zelf. Inmiddels groeit het besef dat wij als handel waarde toevoegen door onze kennis en expertise van de markt, met name waar het om specifieke kwaliteiten gaat.” Dit leidt ertoe dat Interfood ook vaker langlopende contracten afsluit, zeker met afnemers die al lang klant zijn. “Zij weten dat we altijd onze afspraken nakomen. Dat doen we op basis van strikte positieregels binnen ons bedrijf.”
‘Nederlandse melkveehouderij dreigt achterop te raken’
Voor wereldspeler Interfood wordt Europa relatief minder belangrijk. De groei zit in Azië en Zuid-Amerika. En binnen Europa wordt Nederland minder interessant. Voor de onderneming is dat geen probleem, handel is handel. Voor Frank van Stipdonk is het wel aanleiding voor een waarschuwing. “Na de afschaffing van de superheffing zag je in Nederland de kortstondige euforie. Nieuwe stallen schoten als paddenstoelen uit de grond, de schaalvergroting leek door te zetten. Door allerlei beperkingen is dat nu niet meer het geval. De melkveehouders kunnen hun productie bijna niet meer opvoeren door meer melk uit de koeien te trekken; dat gaat ten koste van het dierenwelzijn. Ondertussen stijgen de kosten wel door. Alleen als de kostprijs omlaaggaat, blijft Nederland internationaal interessant. Ik denk dat daarvoor toch schaalvergroting nodig is. Als je de schaal in Nederland vergelijkt met belangrijke productiegebieden elders in de wereld, lopen we al flink achter. Ik wil me niet bemoeien met de politiek, maar er zal iets moeten gebeuren.”
Hoewel de vooruitzichten voor de zuivel in Europa niet louter positief zijn (zie ook kader), ziet Van Stipdonk voor Interfood goede mogelijkheden om verder te groeien. “Met onze structuur kunnen we kopen in de regio met de beste aanvoer en verkopen in de regio met de meeste vraag.” Daarvoor is het internationale netwerk een uitstekend vehikel, met aansturing en ondersteuning vanuit Bladel, de vestiging waar 150 specialisten van Interfood hun werk doen. Het geheel wordt bestuurd door ceo Frank van Stipdonk, samen met financieel directeur Stan Sweep en commercieel directeur Edwin van Stipdonk, zoon van Frank.
Opvolging
Er staat een mooie onderneming, die jaarlijks groeit. Van Stipdonk kan tevreden zijn. Afgelopen jaar werd hij gekozen tot voorzitter van Eucolait, een Europese organisatie van zuivelhandelaren. Een belangrijke en ook eervolle positie. Is die verkiezing, samen met het vijftigjarig jubileum van Interfood in 2020 niet de gelegenheid bij uitstek om afscheid te nemen? “Nee, nee, nee”, klinkt het resoluut, nu even zonder glimlach. Vragen over zijn opvolging zijn niet aan de orde. Natuurlijk wordt er nagedacht over de toekomst, inclusief de overdracht van het management. “U kunt ervan uitgaan dat we dat op tijd en zorgvuldig zullen doen.”
Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 2 2020. Nog geen abonnee? Klik HIER.