Minister Schouten: ‘Agrifoodsector moet weerbaarder worden’

‹ Terug naar overzicht

Minister Schouten: ‘Agrifoodsector moet weerbaarder worden’

Geplaatst op:

In een brief aan de Tweede Kamer schetste minister Schouten vorige maand de gevolgen van de coronacrisis. Haar voornaamste conclusie: de agrifoodsector moet weerbaarder worden.

 

Tekst: René van Buitenen

Minister Carola Schouten: “Het stimuleren en versterken van samenwerking draagt bij aan het vergroten van de weerbaarheid.” (Foto: LNV)

De agrarische sector in Nederland moet zich beter wapenen tegen crises. Dat is de mening van landbouwminister Carola Schouten. In een brief aan de Tweede Kamer trok zij vorige maand de conclusie dat de coronacrisis heeft laten zien hoe kwetsbaar de landbouwsector is. Aanleiding voor de brief was de informele landbouwraad van 1 september. Daar had het Duitse voorzitterschap de voedselvoorziening in Europese Unie geagendeerd.

Voor de minister reden om te analyseren hoe de agrarische sector de coronacrisis tot dusver heeft doorstaan. Voor Schouten is duidelijk geworden dat de bedrijfstak kwetsbaar is voor crises van de omvang als de coronacrisis. Dat is volgens haar een gevolg van de sterke mate van specialisatie van de agrifoodsector, zowel voor wat betreft de producten, de afzetkanalen (bijvoorbeeld horeca/food service industrie) als de afzetmarkten. 

Minister Schouten: reken op meer crises

Ook het feit dat de Nederlandse landbouw sterk op het buitenland leunt, maakt de sector in haar ogen extra gevoelig voor grote tegenslagen. “De grote afhankelijkheid van het buitenland – zowel voor afzetmarkten als voor import van bijvoorbeeld sojaschroot voor de veevoederindustrie – maakt de Nederlandse agrofoodsector kwetsbaar. Daarnaast speelt ook in ons land onmiskenbaar de grote afhankelijkheid van arbeidsmigranten”, aldus Schouten in haar brief aan de Tweede Kamer.

De minister houdt er rekening mee dat crises van het formaat covid-19 met grote mondiale gevolgen vaker zullen voorkomen – bijvoorbeeld als gevolg van geopolitieke spanningen, natuur- of klimaatrampen. Om die het hoofd te bieden zal de voedselketen sterker moeten worden. In de woorden van Schouten zijn dat “duurzame landbouwproductiesystemen die produceren in balans met wat de aarde kan dragen en met oog voor mens en dier”. Ze verwijst in dit verband in de Kamerbrief naar haar twee jaar geleden uitgebrachte nota ‘Waardevol en Verbonden’ waarin ze haar visie op kringlooplandbouw beschrijft.

Risico’s spreiden

Schouten vraagt aandacht voor vier punten die de agrifoodsector robuuster zouden kunnen maken Allereerst is het zaak dat de sector risico’s gaat spreiden. “Denk aan meer diversificatie in producten, maar ook in meer lokale, nationale en regionale c.q. Europese toeleveranciers van inputs of afnemers van landbouw- en voedselproducten.” 

Landbouwanalyse van coronacrisis
Tijdens de informele landbouwraad in Koblenz gaven de landbouwministers de Europese Commissie de opdracht een ​​gestructureerde analyse van de coronacrisis op te stellen: wat waren de zwakke punten, waar ontstonden de grootste tekorten, welke oplossingen zijn er? Met name de rol die onderzoek en innovatie – en vooral nieuwe veredelingstechnieken – kunnen spelen, moet in de analyse worden meegenomen. “De landbouw heeft een grote bijdrage geleverd aan het feit dat we de pandemie in ons gebied tot nu toe goed hebben kunnen beheersen”, stelde de Duitse minister van landbouw Julia Klöckner na afloop. “Maar een van de belangrijkste lessen van de crisis is dat we op sommige gebieden nog onafhankelijker worden van invoer uit derde landen – bijvoorbeeld in het geval van diervoeder of actieve ingrediënten in diergeneesmiddelen. We hebben afgesproken om Europese bedrijven concurrerender te maken op deze gebieden. Tegelijkertijd is het verheugend dat het bewustzijn en de waardering voor regionale productie en onze boeren tijdens de crisis is gegroeid. Dat willen we consolideren! Maar dat betekent niet isolement of consumentennationalisme. Op regels gebaseerde internationale handel, een efficiënte interne markt en regionale cycli zijn kanten van dezelfde medaille, geen tegenpolen.” 

De coronacrisis toont volgens Schouten aan dat bewegingen van mensen, transport van agrofoodproducten min of meer gewoon doorgang heeft kunnen vinden binnen Europa, ondanks de noodzakelijke beperkingen. “Dit onderstreept de meerwaarde van de interne markt. Door meer samenwerking op Europees niveau kan de afhankelijkheid voor import uit en export naar derde landen verminderd worden. Dit draagt niet alleen bij aan de versterking van de weerbaarheid van de Nederlandse en, in bredere zin, ook de Europese agrofoodsector, maar ook aan de gewenste verduurzaming van het voedselsysteem.”

Samenwerken is nodig

Om de sector robuuster te maken is het volgens de minister daarnaast belangrijk dat partijen nauwer gaan samenwerken. “Het stimuleren en versterken van samenwerking draagt bij aan het vergroten van de weerbaarheid. Het kan gaan om horizontale of verticale samenwerking tussen ondernemers c.q. ketenpartijen, maar ook om samenwerking tussen overheden.”

Verder is het volgens Schouten relevant de sector minder afhankelijk wordt van menselijke arbeid. Ze bepleit een grote rol in de sector voor technologie en innovatie. Ook ziet zij mogelijk om de duurzame productie dichter bij huis te vergroten of om de distributie en afzet van voedingsproducten te faciliteren. 

Ondernemersinstinct

Tot slot zegt Schouten te geloven in het versterken van het ondernemerschap van boeren. Daarmee bedoelt ze het versterken van de vaardigheden die ondernemers nodig hebben om kansen te zien, te benutten en waarde te creëren in balans met mens, dier en milieu. “De crisis heeft mooie voorbeelden laten zien van boeren en tuinders die met ondernemersinstinct alternatieve afzetmogelijkheden hebben weten te creëren voor hun productie.”

Overigens stelt de minister van LNV dat tijdens de crisis in Nederland er geen moment sprake is geweest van voedselonzekerheid of van serieuze haperingen in de voedselvoorziening. In tegenstelling tot andere, meestal ontwikkelingslanden waar de toegang tot voedsel wel degelijk een probleem is gebleken. Minister Schouten: “Voedselnationalisme/-soevereiniteit is hierbij niet het antwoord, integendeel, het vergroot de kwetsbaarheid. Ook hier geldt mijns inziens dat diversificatie, innovatie en samenwerking belangrijke sleutels zijn tot voedselzekerheid. Diversificatie betekent in mijn ogen dat je je voor voedselzekerheid niet afhankelijk maakt van één land of regio. Dit vraagt om een open, op regels gebaseerd en duurzaam handelssysteem. Het vraagt tegelijkertijd ook om internationale samenwerking tussen kennisinstellingen, de private sector – inclusief boeren – maatschappelijke organisaties en overheden om de weerbaarheid van mondiale voedselsystemen te vergroten.”

Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 9 2020. Nog geen abonnee? Klik HIER en profiteer het eerste jaar van maar liefst 25% korting.