Rem op groene ambities EU ongunstig voor Nederland
In juni zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement. Mogelijk zorgen die voor een politieke omwenteling die de groene ambities van Brussel afremt. Volgens landbouweconoom Roel Jongeneel is dat niet in het voordeel van de Nederlandse zuivel.
(Uit: ZuivelZicht nr. 4, april 2024)
Tekst: Bert Kleiboer
De Europese Unie is op verschillende vlakken belangrijk voor de zuivelsector. Zo zorgt de Unie voor een goed functionerende interne markt en instrumenten die een zekere mate van bescherming bieden tegen de grillen van de wereldmarkt. De EU levert ook inkomensondersteuning van boeren. Het gemeenschappelijke beleid van de Europese Unie is sterk bepalend voor hun bedrijfsvoering, Zo komen de doelen van het Nederlandse stikstofbeleid of de aangescherpte bemestingsnormen voort uit Europese richtlijnen voor natuurbescherming en waterkwaliteit.
In de aanloop naar de verkiezingen krijgt het landbouwbeleid veel aandacht, constateert Roel Jongeneel, senior onderzoeker bij Wageningen Economic Research. De huidige Europese Commissie had met de Green Deal en de Farm-to-Fork-strategie een ambitieuze groene agenda. Onder meer onder invloed van boerenprotesten in verschillende lidstaten is een aantal maatregelen voor de landbouw bijgesteld en afgezwakt. Jongeneel: “Wat nu wordt verwacht – door sommigen gevreesd, door anderen toegejuicht – is dat het Europees Parlement van kleur gaat verschieten en dat er meer invloed zal zijn van rechtse en populistische krachten. Daardoor is er een gerede kans dat er veranderingen aankomen, met name voor de verduurzamingsbeweging die de huidige Commissie wilde inzetten. Je ziet dat het Europees Parlement en de Commissie al in die richting bewegen. Dat vloeit deels voort uit lijfsbehoud van de politieke partijen die nu zijn vertegenwoordigd”, vermoedt Jongeneel.
Lange termijn
Het lijkt dus dat de huidige maatschappelijke onvrede kan helpen om de rem te zetten op de ontwikkeling naar meer verduurzaming, die volgens criticasters te ver gaat. Als econoom en deskundige op het gebied van EU-landbouw- en voedselbeleid ziet Jongeneel dat genuanceerder. “Ik kan me voorstellen dat je als melkveehouder een voordeel ziet in het afzwakken van beperkingen, want die zijn niet gunstig voor je inkomen. Maar dat is korte-termijnperspectief.” Op de lange termijn bezien is stilstand op dit vlak juist nadelig, zegt de onderzoeker. “De sector ontkomt niet aan een beweging richting verdere verduurzaming, zeker niet in een land als Nederland, waar we op een beperkte ruimte leven met veel mensen, die ook nog overal wat van vinden, en heel veel dieren. In die context is maatschappelijke acceptatie cruciaal. De sector moet zich bewegen binnen sociale en ecologische grenzen. Je kunt erover twisten waar die grenzen precies liggen, maar ik verwacht dat er een brede maatschappelijke druk blijft om stappen te zetten. Een ontwikkeling naar meer duurzaamheid en meer dierwaardigheid zal ook politiek steeds meer afgedwongen gaan worden.”
Landbouwakkoord
Los van een mogelijke politieke verschuiving in het Europees Parlement heeft de Nederlandse zuivelsector voorlopig nog te maken met onzekerheid over de binnenlandse politiek. De ontwikkeling in de sector staat al een aantal jaren stil door de stikstofcrisis en de dreiging van andere grote opgaven zoals waterkwaliteit en klimaat. Het kabinet is demissionair en zolang er nog geen nieuwe regering is, blijft de huidige impasse aanhouden. “Het feit dat we zo weinig stappen hebben kunnen zetten in de laatste vijf jaar, komt niet doordat we het niet kunnen. Ik ben echt wel positief over wat ondernemers kunnen bereiken in termen van reductie van broeikasgassen en het oplossen van het stikstofprobleem”, zegt Jongeneel. Volgens de onderzoeker is op dit moment het grootste probleem in Nederland het gebrek aan politieke stabiliteit. “Besluiten worden vooruitgeschoven. Je zag dat vorig jaar rond het Landbouwakkoord. Daar werden goede stappen gezet, zowel door de sector als door het ministerie. Het akkoord is toch geklapt, omdat we worden gegijzeld door de polarisatie. Per saldo zijn er dus geen meters gemaakt. Dat is echt heel jammer. Zeker gezien het feit dat we in de melkveehouderij in de afgelopen twee jaar historisch hoge inkomens hebben gehad. Als het helder was geweest wat er moest gebeuren, hadden ondernemers kunnen investeren en waren ze klaar voor de uitdagingen in de komende jaren. Maar ondernemers kunnen niet ondernemen als ze niet weten waar ze aan toe zijn. De realiteit is nu dat ze het grootste deel naar de belasting kunnen brengen en dat de opgaven er nog steeds liggen.”
EU biedt wettelijke kaders, stimuleringsregelingen en labels
Het Europese beleid heeft op verschillende manieren invloed op de landbouwpraktijk. De EU stelt wettelijke kaders waaraan de landbouw in de Unie moet voldoen, bijvoorbeeld voor de hoeveelheid mest die gebruikt mag worden of voor bestrijdingsmiddelen. Daarnaast zijn er stimuleringsregelingen voor bovenwettelijke inspanningen, zoals de eco-regeling en de regeling voor agrarisch natuurbeheer. De invulling daarvan vindt plaats in de nationale strategische plannen (NSP). Dat geeft lidstaten ruimte om eigen accenten te plaatsen. Ook zijn er EU-keurmerken en kwaliteitslabels. Die helpen bepaalde nicheproducten, zoals biologisch, op de interne markt te promoten.