‘Schaarste brengt macht terug naar het boerenerf’

‹ Terug naar overzicht

‘Schaarste brengt macht terug naar het boerenerf’

Geplaatst op:

Melkveehouders staan voor grote uitdagingen voor onder meer klimaat en biodiversiteit. De ontwikkelingen in de markt bieden echter kansen om noodzakelijke investeringen lonend te maken, klinkt het tijdens het Nationaal Melkveecongres.

Erwin Wunnekink (LTO Melkveehouderij): "Grote marktpartijen eisen duurzaamheidsprestaties." Foto: William Hoogteyling

Tekst: Bert Kleiboer

Melkveehouders die duidelijkheid willen over hun toekomst, hoeven van de politiek niet veel te verwachten. Gelukkig biedt de huidige markt wel ongekende mogelijkheden. Dat stelt voorzitter Erwin Wunnekink van de Vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland. Hij zegt dit tijdens het Nationaal Melkveecongres dat LTO samen met landbouwvakblad Nieuwe Oogst heeft georganiseerd tijdens de vakbeurs RMV in Gorinchem, eind november. In de visie van de LTO-voorman wordt een melkveehouder in de toekomst niet alleen beloond voor de geleverde melk, maar ook voor extra inspanningen die te maken hebben met politiek-maatschappelijke kwesties, zoals klimaat, natuur en milieu en dierenwelzijn. Hij rekent daarbij niet op visie en beleid van de overheid. “We kunnen constateren dat de regering instabiel is en dat het maar de vraag is of überhaupt vanuit Den Haag richting wordt gegeven.”

Vanuit de markt is er juist meer dynamiek dan ooit, stelt hij. Hij doelt daarmee op een groeiend aanbod aan melkstromen die eisen stellen aan leveranciers en daar ook een beloning tegenoverstellen. Grote afnemers in de markt eisen duurzaamheidsprestaties van hun toeleveranciers. “Is dat erg?”, vraagt Wunnekink zich hardop af. “Nee, want daardoor is er ook aandacht voor beloningssystemen.”

Biodiversiteit

Dit wordt bevestigd door bestuursvoorzitter Jan Derck van Karnebeek van FrieslandCampina. In zijn bijdrage aan het congres noemt hij het bedrag van € 245 miljoen aan toeslagen die zijn onderneming vorig jaar uitkeerde voor duurzaamheidsprestaties. De markt richt zich op dit moment vooral op klimaatdoelen. Dat wordt breder. “We zullen zien dat er daarnaast steeds meer aandacht komt voor natuur en biodiversiteit.” Hij stelt dat de sector in staat is te leveren. “Wat we als FrieslandCampina doen is aan de ene kant ervoor zorgen dat we een goede garantieprijs kunnen uitbetalen en daarnaast streven naar prestatievergoedingen om ervoor te zorgen dat investeren op klimaat en biodiversiteit ook echt loont voor melkveehouders.”

Discussies met retailers

Over het vermogen om prestatiebeloning uit de markt te halen toont hij zich optimistisch. Dat is mede te danken aan de huidige krapte op de markt. “Schaarste brengt onderhandelingsmacht terug naar het boerenerf. Dat gaat ons helpen in de discussies die wij hebben met retailers. In de oude benadering schrijven zij elke zes maanden een tender uit, waarbij er altijd wel een zuivelverwerker is die het voor een lagere prijs wil doen. Die benadering is aan het draaien en dat is een goede ontwikkeling.”

Krimp 20 procent

Marijn Dekkers, sectormanager melkveehouderij bij Rabobank, laat zien dat de schaarste de komende jaren waarschijnlijk aanhoudt. Projecties van RaboResearch gaan ervan uit dat het productievolume in zuivellanden Duitsland, Nederland, België en Denemarken in de komende tien jaar met 7,4 miljard kilo zal afnemen. Dat komt mede door ontwikkelingen in de politiek en beleid. “Daarmee wordt bijna alle groei sinds 2010 ongedaan gemaakt.” De krimp in Nederland wordt volgens deze schattingen twintig procent.
In dezelfde periode zal de vraag naar zuivel op de wereldmarkt toenemen, schetst Dekkers. In 2023 was het volume van de internationale handel 95 miljard kilo (melkequivalenten). In 2035 zal dat groeien naar 115 miljard kilo. Grotendeels komt dat door een aanhoudend toenemende vraag in Azië, het Midden-Oosten en Afrika. Het is op dit moment niet duidelijk waar die 20 miljard kilo vandaan moet komen, stelt Dekkers. In de grote exporterende regio’s Europa en Nieuw-Zeeland wordt nauwelijks groei verwacht. In de Verenigde Staten is nog wel ruimte, maar die is onvoldoende om aan de extra vraag te voldoen, voorziet Dekkers. Die situatie is “een goede trigger voor betere melkprijzen.”

Marge 3 à 4 cent per kilo melk

Tegenover de huidige hoge melkprijzen staan ook relatief hoge kosten. Dit jaar zijn met name de uitgaven voor mestafvoer gestegen, als gevolg van het wegvallen van de derogatie. Volgens Rabobank komt de marge per kilo geproduceerde melk dit jaar uit op 3 à 4 cent. Dat is volgens Dekkers “net aan” genoeg. Melkveehouders hebben deze marge nodig om tegenslagen op te vangen en te kunnen blijven investeren.

Omdat de kosten structureel zijn gestegen hebben melkveehouders een hogere melkprijs nodig. “Een paar jaar geleden zouden we tekenen voor gemiddeld 47 cent. Ik denk dat de gemiddelde melkveehouder nu moet uitgaan van 50 cent in de begroting, en dan ga ik ervan uit dat de mestkosten niet zo hoog blijven als ze op dit moment zijn.”

‘Derogatiemaatregel terugdraaien is kansloos’

Het is onwaarschijnlijk dat het intrekken van de mestderogatie teruggedraaid wordt, zegt voormalig Europarlementariër en ex-melkveehouder Jan Huitema tijdens het congres. Een derogatie is een uitzondering op Europese wetgeving, in dit geval op de bemestingsnorm. Nederlandse boeren mochten meer mest gebruiken op grasland, omdat de opbrengst van de grond relatief hoog is. De derogatie is echter verbonden aan voorwaarden voor waterkwaliteit, die in Nederland niet zijn gehaald. Daarom wordt de derogatie gefaseerd afgebouwd, met als gevolg veel hogere mestkosten voor melkveehouders.
Onderhandelingen door vorige ministers konden het intrekken van de derogatie niet voorkomen. “Willen we weer aan de onderhandelingstafel komen, moeten we een donders goed verhaal hebben op twee punten. Het eerste is waterkwaliteit. Die moeten we veel beter in kaart hebben dan nu het geval is. Het tweede is het aantal dieren. Wij hebben de grootste veedichtheid van Europa en Brussel ziet dat als een groot risico”, zegt Huitema. “Als je het mij vraagt, denk ik dat we veel en veel te laat zijn. We hebben nog geen verhaal en als we een verhaal opstellen zullen er pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden en dat gaat te lang duren.”