Zuivelgrootmacht India wil meer melk voor meer mensen
India is sinds dit jaar het land met de meeste inwoners ter wereld en de grootste producent van melk. De verwachting is dat de Indiase markt voor zuivel in de komende jaren snel blijft groeien. Is het land daarmee interessant voor zuivelexporteurs? Of voor het investeren in lokale productie door gevestigde zuivelondernemingen in Europa?
(Uit: ZuivelZicht nr. 8, augustus 2023)
Tekst: Jeen Akkerman
Het antwoord op de bovenstaande vraag is waarschijnlijk ‘nee’. Niet omdat de Indiase markt voor zuivel gaat stagneren, niet omdat de groeiende middenklasse geen luxueuzere zuivelproducten gaat consumeren en evenmin doordat de Indiase melkveehouders stoppen met het ontwikkelen van hun bedrijven. Wel omdat India zo zijn eigenaardigheden kent en de overheid zich richt op werkgelegenheid op het platteland en voldoende hoogwaardige voeding voor de eigen bevolking.
Mijlpaal
Eerder dit jaar heeft India een mijlpaal bereikt. Het land telt nu ruim 1,4 miljard zielen. Dat is meer dan in China. Voor veel Indiërs is ‘de grootste zijn’ belangrijk, zeker nu die status wordt bereikt ten koste van de traditionele rivaal China. De Indiase bevolkingsgroei is spectaculair. In dertig jaar tijd is het inwonertal met 56 procent gestegen. Dat geldt in diezelfde periode in toenemende mate voor de melkproductie: een verviervoudiging naar ruim 220 miljoen ton per jaar. Ter vergelijking: Nederland produceert ongeveer 14 miljoen ton melk, de 28 lidstaten van de EU gezamenlijk ongeveer 155 miljoen ton. De gemiddelde zuivelconsumptie ligt met 21,4 kilogram per inwoner inmiddels op hetzelfde niveau als in de Verenigde Staten. Dat is opmerkelijk voor een land dat economisch nog volop in ontwikkeling is.
Witte revolutie
De razendsnelle groei van de Indiase melkproductie wordt wel aangeduid als de Witte Revolutie. De kiem daarvoor is gelegd tijdens de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Britten. Melkveehouders in de deelstaat Gujarat kwamen in 1946 in opstand tegen oneerlijke praktijken van tussenhandelaren. Vrijheidsstrijder Sakar Vallabhbhai Patel, een van de grondleggers van de onafhankelijke staat India, steunde hen in hun strijd. Het was het begin van Amul – vandaag de grootste Indiase zuivelonderneming – en vergelijkbare initiatieven in andere deelstaten. Dat leidde tot een bijzondere ondernemingsvorm, waarbij het politieke bestuur beslist over de ondernemingsstrategie en de veehouders lid zijn om zich te verzekeren van afzet voor hun melk tegen een redelijke prijs. Deze ‘coöperatieve deelstaat-bedrijven’ hebben aan de basis gestaan van Operation Flood: het Indiase overheidsprogramma dat sinds de jaren zeventig in het hele land melk-collectiepunten heeft opgezet en de boeren voorgelicht over veevoeding, hygiëne en fokkerij.
500 miljoen ‘melkveehouders’
Van alle melk die India produceert wordt nu iets meer dan de helft (54 procent) afgezet via de deelstaat-afzetorganisaties. De andere 46 procent is voor eigen consumptie en rechtstreekse verkoop. Er zijn ongeveer 500 miljoen melkveehouders, of beter: mensen die afhankelijk zijn van het houden van koeien en buffels. Zij houden 1 tot 5 dieren; velen geven de voorkeur aan waterbuffels, omdat die vettere melk geven. De buffels worden ook gebruikt als lastdier. En ze kunnen – in tegenstelling tot de (heilige) koeien – worden geslacht als ze geen melk meer geven.
Paneer
Naast standaard verse zuivel, kaas en melkpoeder maakt de Indiase zuivelindustrie diverse specifieke producten. Het land kent een lange traditie van zuivel, ook omdat een groot deel (30 tot 40 procent) van de bevolking vegetarisch leeft. Bekende Indiase zuivelproducten zijn ghee (geklaarde boter), koha (op basis van geëvaporeerde melk) en paneer (verse kaas met relatief veel vet, lijkt op cottage cheese).
Middenklasse
De verwachting is dat de markt voor zuivel in India de komende tien jaar sterk zal groeien. Er zijn enorme verschillen tussen arm en rijk, maar er ontstaat een groeiende middenklasse die meer te besteden heeft. Deze ontwikkeling krijgt een impuls nu steeds meer jonge mensen in India hun positie willen verbeteren. Ter illustratie: van alle 1,4 miljard mensen in India is een derde jonger dan 14 jaar. OECD en FAO gaan in hun recent verschenen Agricultural Outlook 2023-2032 uit van een stijging van de zuivelconsumptie per inwoner met 19 procent. Ter vergelijking: wereldwijd is de verwachting +10 procent, voor de EU -0 procent. De groei van de Indiase bevolking bedraagt in dezelfde periode volgens de Verenigde Naties 11 procent, naar ruim 1,5 miljard zielen. Om zowel de stijgende consumptie per hoofd als de bevolkingsgroei bij te benen, moet de Indiase jaarlijkse melkproductie over 10 jaar ongeveer 70 miljoen ton groter zijn dan vandaag. Ter vergelijking: dat is vijf keer de huidige Nederlandse jaarproductie.
Ontwikkeling
Gaat het India lukken zoveel extra melk en zuivel te produceren? Waarschijnlijk wel. In de afgelopen periode heeft het immers slechts vijf jaar geduurd om een dergelijke toename te realiseren. Het beleid van de Indiase regering is sterk gericht op zelfvoorzienendheid. Import van zuivel wordt niet aangemoedigd en ook op het exporttoneel is India vrijwel niet actief. Officieel is het beleid gericht op het stimuleren van buitenlandse bedrijven om activiteiten in India te starten. In de zuivel heeft dat tot nu toe weinig effect. Zo vinden we bij de tien grootste zuivelondernemingen geen enkele internationale onderneming. Ook Nestlé, dat al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw actief is in India, staat niet in de top-10.
Wel kunnen buitenlandse bedrijven kennis en input leveren voor de ontwikkeling van de professionele Indiase melkveehouderij (zie kader). Dat loopt nog geen storm, onder andere vanwege culturele verschillen en de omvangrijke lokale bureaucratie (en soms corruptie) in het land. Zo is ‘meer melk voor meer mensen’ een kans, maar geen garantie voor succes.
Met dank aan Rick Nobel, van augustus 2021 tot juli 2023 landbouwattaché in India, inmiddels landbouwraad in Zuid-Korea.
Meeste melk in noordwesten
De melkproductie is geconcentreerd in de noordwestelijke deelstaten van India, waar ook de consumptie van zuivel het hoogst is. De twee grote deelstaten Rajasthan en Uttar Pradesh leveren samen ongeveer 30 procent van alle melk. Samen met Madja Pradesh, Andrha Pradesh en het wat kleinere Gujarat nemen vijf deelstaten bijna 60 procent van de melkproductie voor hun rekening. Interessant zijn ook de kleinere deelstaten Punjab en Haryana, die een relatief hoge melkproductie kennen.
De Heus: Eigen fabriek met groeipotentie
De planning is dat in oktober de eerste steen wordt gelegd voor de nieuwbouw van een voerfabriek in Rajpura, vlakbij de grens tussen de melkrijke deelstaten Punjab en Haryana. Het is een belangrijke stap na een periode van zes jaar waarin diervoederconcern De Heus Group de markt heeft verkend. Eerst met een gehuurde voerfabriek, later met uitbestede voerproductie. De internationaal sterk groeiende veevoeronderneming ziet de melkveehouderij in India als een van de groeipijlers van de toekomst. Hoewel er concurrentie is van grote spelers (Cargill, ADM) en lokale aanbieders met lage prijzen en minder kwaliteit en service, ziet Rutger Oudejans van De Heus goede mogelijkheden. “In deze beide deelstaten zien we melkveehouders die groeien en de voerproductie gaan uitbesteden. Wij spelen daarop in door hen ook op andere terreinen te ondersteunen met kennis van bedrijfsmanagement, hygiëne en genetica.” Op de vraag of dat snel resultaat zal opleveren, antwoordt Oudejans: “In India moet je rekenen met 15 jaar investeren, in plaats van 5 jaar, voordat het echt gaat renderen. Maar gezien de enorme groeipotentie heeft De Heus dat er graag voor over.”
HollandDoor: Kansen in Indiase melkveehouderij
Onlangs was Ad Merks – als partner in adviesorganisatie HollandDoor – met tien jonge Indiase melkveehouders op bezoek bij Dairy Campus in Leeuwarden. Het was onderdeel van een training die Merks – eerder actief in onder andere de Nederlandse veevoersector –heeft verzorgd. De Indiase veehouders uit Haryana en Punjab hebben zich verdiept in kalveropfok, ruwvoerproductie en de toepassing van sensoren in stallen. Het zijn jonge ondernemers met ongeveer 20 melkkoeien, die de stap naar 40 willen maken en daarbij kennis en ervaring uit Nederland willen gebruiken. De training is onderdeel van een programma dat door de lokale Indiase overheid wordt ondersteund. “Ze overwegen zelfs om een praktijkschool naar het voorbeeld van Oenkerk op te zetten. Er liggen voor Nederland echt kansen om de Indiase melkveehouderij op een hoger plan te brengen. Maar het gaat niet vanzelf, we ondervinden bijvoorbeeld concurrentie van specialisten uit Israël en Denemarken”, merkt Merks.