‘ZuivelNL is in staat om alle deelbelangen te bundelen’
ZuivelNL heeft een moeilijke tijd achter de rug. De onlangs aangetreden voorzitter Arjan Schimmel en de nieuwe directeur Hubert Andela willen het draagvlak van de ketenorganisatie verbreden – ondanks de toenemende verdeeldheid onder boeren. “Uiteindelijk hebben we allemaal één gezamenlijk belang: een sterke zuivelketen.”
Tekst: René van Buitenen
Tijdens het laatste boerenprotest deze zomer in Den Haag, liepen Arjan Schimmel en Hubert Andela samen een rondje over het Malieveld. Ze werden aangesproken door melkveehouders en voerden er goede gesprekken. Over het stikstofbeleid, en over de toekomst van de melkveehouderij. Het belang van dergelijke ontmoetingen is groot, vindt Schimmel, sinds dit voorjaar voorzitter van ZuivelNL. “De gesprekken die we voerden gingen niet eens zozeer over ZuivelNL. Het feit dat je er rondloopt, dat je je gezicht laat zien, dat je dus beschikbaar bent; daar gaat het om. Dat is belangrijk.”
ZuivelNL wil transparant zijn
De nieuwe voorzitter van de ketenorganisatie in de zuivelsector hecht aan goede contacten met melkveehouders; ook als zij een andere mening zijn toegedaan. “Dat is wat ik in de loop der jaren heb geleerd als coöperatiebestuurder: in gesprek gaan, in gesprek blijven, niet te snel oordelen en transparant zijn.”
Transparantie. Schimmel en de kersverse directeur Hubert Andela laten het woord regelmatig laten vallen in een gesprek over de positie van ZuivelNL. De ketenorganisatie heeft een lastige tijd achter de rug. De laatste jaren kreeg de organisatie veel voor de kiezen: een bezuiniging van € 3 miljoen op een begroting van € 10 miljoen, wisselingen in het bestuur en in de directie en ook nog eens een openlijke discussie in de boerenachterban over haar bestaansrecht.
“Het was een moeilijke periode”, erkent Schimmel. “Er is eind vorig jaar bewust hard ingegrepen. Er is een nieuw financieel plan gemaakt en dat voeren we strak uit. De eerste resultaten daarvan zijn al zichtbaar. Zoals het er nu uitziet beschikken we aan het eind van het jaar weer over een positieve algemene reserve en hebben we wat meer te besteden.”
Meerwaarde creëren
Het doel van de in 2014 opgerichte organisatie is meerwaarde creëren voor haar leden: de melkveehouders (verenigd in LTO Nederland en in de Nederlandse Melkveehouders Vakbond) en de zuivelondernemingen (verenigd in de Nederlandse Zuivel Organisatie). De laatste tijd is onder groepen melkveehouders twijfel gerezen over het nut van ZuivelNL. De kritiek was misschien begrijpelijk, maar zeker niet terecht, vinden Schimmel en Andela. “Ook de afgelopen jaren is er waarde gecreëerd voor melkveehouders. Dat was wellicht niet voor iedereen duidelijk zichtbaar“, stelt Schimmel. “ZuivelNL heeft haar middelen altijd ingezet om de melkveehouderij op een zo efficiënt mogelijke manier verder te brengen en om zekerheden voor de melkveehouderij te waarborgen. Achteraf hadden we daar denk ik veel beter over moeten communiceren. We hadden de boeren beter kunnen meenemen.“
Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 9 2021.
Nog geen abonnee? Klik HIER en profiteer
het eerste jaar van maar liefst 25% korting.
Melkveehouders betalen contributie en hebben er recht op te weten wat er met hun geld gebeurt. Daar schortte het volgens de voorzitter de afgelopen jaren weleens aan. “De terugkoppeling was er echt wel, maar die is niet geland.” Verwijzen naar het jaarverslag waar alle activiteiten plus de bijbehorende financiële verantwoording keurig vermeld staan, is dan niet voldoende, beseft Schimmel. Wetende dat zelfs zijn eigen compagnon met wie hij een melkveebedrijf runt, zich weleens afvraagt wat ze bij ZuivelNL doen.
Goed geregeld
“Ik kom er net in, maar ik zie dat het professioneel en goed geregeld is bij ZuivelNL”, stelt Andela, die ook bij andere organisaties binnen en buiten de landbouw heeft gewerkt. “We kunnen het hebben over finetuning, maar in essentie gebeuren hier echt goede dingen. In de zuivel is veel door de sector zelf collectief geregeld. Dat is echt beter dan dat een ander het voor je doet. Dat realiseren melkveehouders zich niet altijd. Als ledenorganisatie voer je uitsluitend zaken uit die door je leden zijn goedgekeurd. Dus in theorie doe je per definitie uitsluitend de goede dingen. Alleen sijpelt dat niet altijd door.”
KoeMonitor
Als voorbeeld haalt Andela KoeMonitor aan, een instrument opgezet om veehouders en zuivelproducenten zo efficiënt mogelijk te kunnen laten voldoen aan de eisen die wet- en regelgeving stellen aan het leveren en verwerken van boerderijmelk. KoeMonitor is ontwikkeld op initiatief van de ZuivelNL-leden zelf, maar de invoering leidde niettemin tot discussie bij een aantal melkveehouders.
Schimmel: “Wij beheren instrumenten als de KringloopWijzer en KoeMonitor. Die stellen we beschikbaar aan zuivelondernemingen. Zij bepalen zelf of ze daar gebruik van willen maken. Als ze dat willen, kunnen ze het opnemen in hun leveringsvoorwaarden. Bij melkveehouders wil daardoor nog weleens het beeld ontstaan dat ZuivelNL boeren verplicht tot deelname, omdat ze anders geen melk kunnen leveren. Maar wij faciliteren slechts.”
Andela constateert dat melkveehouders er vaak aan voorbij gaan dat KoeMonitor zaken voor hen regelt waartoe zij op grond van de EU-hygiëneverordening en nationale wetgeving als voedselproducent verplicht zijn. “Op een regeling die vanuit de sector zelf is bedacht, is altijd kritiek. Maar als je een stapje terugdoet en het van een afstand bekijkt, zul je zien dat een collectieve regeling vaak voordeliger en efficiënter is voor het individu.”
In gesprek
De nieuwe bestuurders willen ZuivelNL dichter bij de leden brengen door de organisatie zichtbaarder te maken. Schimmel: “Stap één is dat we in gesprek gaan met onze partners om te kijken wat we op een zo efficiënt mogelijk manier voor elkaar kunnen betekenen.” (ZuivelNL heeft behalve leden ook partners: CRV, GemZu, Veepro Holland, VNFKD, Netwerk Grondig, Platform Melkgeitenhouderij en Bond van Boerderijzuivelbereiders. RvB.) “Stap twee is beter en meer communiceren met groepen melkveehouders, bijvoorbeeld via de bijeenkomsten die onze leden met hun leden organiseren. Dan moet je denken aan de ledenbijeenkomsten van LTO of NMV-afdelingen en aan regiobijeenkomsten van zuivelondernemingen.”
“Dat kan twee kanten opwerken”, vult Andela aan. “Wij kunnen uitleggen wat wij doen, maar we krijgen op die manier ook direct feedback van de boeren.”
Nieuwe leden
Daarnaast willen bestuur en directie het draagvlak van ZuivelNL vergroten. Daarom voeren zij op dit moment gesprekken met jongerenorganisatie NAJK en met de Dutch Dairymen Board over een mogelijk lidmaatschap. “Toetreding van andere belangenorganisaties is noodzakelijk omdat de diversiteit onder de melkveehouders toeneemt”, legt Schimmel uit. “De belangen tussen groepen melkveehouders lopen steeds verder uiteen, gezien de opkomst van andere organisaties die groepen veehouders vertegenwoordigen.”
Volgens Andela is dat mede een gevolg van de toenemende maatschappelijk druk op de sector. Hij constateert dat de interne verdeeldheid daardoor toeneemt. Terwijl er juist meer dan ooit behoefte is aan een gezamenlijke visie. “Mensen hebben altijd de neiging om onderlinge verschillen uit te vergroten. In de praktijk zie je dat ze het over driekwart van de thema’s meestal eens zijn. Daar focussen wij ons op.”
Schimmel: “ZuivelNL is goed in staat om al die deelbelangen in de sector te bundelen.” Hij wijst als voorbeeld op de klacht die ZuivelNL namens haar leden recent indiende bij de Reclame Code Commissie tegen de antizuivelcampagne van actiegroep Dier&Recht. “Uiteindelijk hebben we namelijk één gezamenlijk belang: een sterke zuivelketen die haar bestaansrecht en ontwikkelingsruimte in Nederland behoudt.”
Wie zijn Andela en Schimmel?
Arjan Schimmel (48) is melkveehouder in Linschoten. Daar heeft hij samen met een compagnon een bedrijf met 185 melkkoeien. Schimmel was sinds 2010 bestuursvoorzitter van coöperatie DOC Kaas en trad na de fusie met DMK in 2016 toe tot de raad van commissarissen van de Duitse zuivelonderneming. Dit voorjaar trad hij terug als bestuurder van DOC Kaas en DMK omdat zijn zittingstermijn verliep.
Hubert Andela (58) groeide op op een melkveebedrijf in Franekeradeel (Friesland) en studeerde Zoötechniek aan Wageningen University & Research. Hij werkte onder meer bij het Productschap Vee en Vlees en het Productschap Pluimvee en Eieren. Ook was hij commercieel directeur en plantmanager van Kemper, producent en verwerker van vleespluimvee. Tot voor kort was hij directeur-secretaris van Koninklijk Nederlands Vervoer, de ondernemersfederatie in openbaar vervoer, touringcarvervoer, zorgvervoer en taxi. Daarnaast was hij onafhankelijk voorzitter van Anevei, de vereniging van eierhandelaren en eiproductfabrikanten. Die functie legde hij op 1 juli neer.