'Methaanuitstoot verschilt sterk per koe'
De methaanuitstoot per koe verschilt sterk, concludeert Douwe Elgersma, student aan de hogeschool Van Hall Larenstein in het kader van zijn afstudeeropdracht. Elgersma deed onderzoek naar de methaanuitstoot van individuele koeien op Dairy Campus.
Elgersma stelt vast dat er een grote variatie tussen individuele dieren is. Die variatie wordt hoofdzakelijk bepaald door de drogestofopname, de melkproductie, het lactatienummer en het aantal dagen dat een koe in lactatie is.
Meten van methaanuitstoot
Elgersma heeft gebruikgemaakt van data die beschikbaar werden gesteld door Dairy Campus. De data komen uit de Greenfeeds-metingen van een groep van 64 melkkoeien waarbij de methaanemissie 21 dagen werd gemeten. Alle koeien hadden in die proefperiode hetzelfde rantsoen. Dairy Campus heeft drie GreenFeeds-units voor het meten van de methaanuitstoot van individuele koeien.
Gemiddelde methaanemissie
De gemiddelde methaanemissie van de koeien van Dairy Campus bleek wat hoger dan bij de koeien van de Koeien en Kansen-bedrijven. De gemeten methaanemissie voor deze bedrijven was gemiddeld 415 gram methaan per koe per dag en 13,9 gram per kilo meetmelk. Voor de Dairy Campus was dit 453,11 gram methaan per koe per dag en 14,91 gram methaan per kilo meetmelk.
Invloed seizoen en lactatie
Er was tevens een grote variatie tussen individuele dieren. Om een beter beeld te krijgen van de gemiddelde methaanemissie zou over een langere periode moeten worden gemeten. Dan kan ook vastgesteld worden of er eventuele seizoensinvloeden spelen bij de emissie van methaan.
Verder zou er bij een vervolgonderzoek extra aandacht gegeven kunnen worden aan koeien die in het begin van de lactatie zitten. Zo kan inzicht worden verkregen op de invloed van een negatieve energiebalans op de emissie. Om meer te kunnen zeggen over de genetische invloed op de uitstoot zouden er veel meer koeien onderzocht moeten worden.
Lees hier meer over het onderzoek van Douwe Elgersma naar de methaanuitstoot van koeien.