Duurzame Zuivelketen stelt nieuwe doelen voor 2030
Melkveehouders en zuivelondernemingen hebben nieuwe stappen aangekondigd om de zuivelketen verder te verduurzamen. Richting 2030 hebben zij de bestaande doelstellingen geactualiseerd en uitgebreid.
Tekst: René van Buitenen
De doelstelling voor behoud van weidegang realiseerde de zuivelketen in 2018. (Foto: NZO)
Met nieuwe doelen, aangepaste doelen en met nieuwe partners gaat de Duurzame Zuivelketen de komende jaren verder. Het samenwerkingsverband van melkveehouders en zuivelondernemingen in Nederland presenteerde deze maand de doelstellingen voor 2030. Tegelijkertijd maakte het een gewijzigde opzet bekend. Want het aantal deelnemende partijen is uitgebreid. Naast de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) en LTO Nederland doen ook de Nederlandse Melkveehouders Vakbond en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) mee. Daarnaast wordt de Duurzame Zuivelketen ondergebracht bij ZuivelNL, die zich positioneert als dé brancheorganisatie voor de Nederlandse zuivelketen.
Doelen gerealiseerd
De afgelopen jaren hebben de partners in de Duurzame Zuivelketen een aantal doelen gerealiseerd die voor 2020 waren bedoeld. Onder andere doelen gericht op het terugdringen van het gebruik van antibiotica in de melkveehouderij en het behoud van de weidegang van het melkvee werden al gehaald. Dit betekent bijvoorbeeld dat meer dan 99 procent van de Nederlandse melkveebedrijven voldoet aan de norm voor antibioticagebruik van de onafhankelijke Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa). En het aantal melkveebedrijven dat een vorm van weidegang toepast ligt sinds vorig jaar boven het streefpercentage van 81,2.
Tot op heden had de Duurzame Zuivelketen doelen gesteld op vier thema’s: klimaatverantwoorde zuivelproductie; de continue verbetering van diergezondheid en dierenwelzijn; behoud van weidegang; biodiversiteit en milieu. Voor de periode tot 2030 voegen de deelnemende organisaties er drie thema’s aan toe: verdienmodellen; grondgebonden melkveehouderij; veiligheid op het boerenerf. Bij de bekendmaking daarvan maakten de vier partners duidelijk dat zij rekening willen houden met de diversiteit binnen de sector. “Zo kan de ene melkveehouder meer doen aan natuur en landschap, terwijl een ander meer werkt aan duurzame energie.”
Grondgebondenheid
Over het thema grondgebondenheid zeggen de initiatiefnemers van de Duurzame Zuivelketen: “Een grondgebonden sector is belangrijk voor de melkveehouderij, de leefomgeving en de samenleving. Burgers en consumenten worden steeds kritischer over de wijze waarop voedsel wordt geproduceerd. Zij willen weten waar voedingsmiddelen vandaan komen en of ze op een verantwoorde wijze zijn geproduceerd. Een grondgebonden melkveehouderij speelt op deze wensen in. Een grondgebonden melkveebedrijf beschikt over voldoende grond en benut de mest optimaal zodat het gras en andere voedergewassen voor het vee kunnen groeien.”
Het doel is afgeleid van het adviesrapport dat de onafhankelijke Commissie Grondgebondenheid vorig jaar op verzoek van LTO Nederland en de NZO uitbracht. Daarin is het percentage eiwit dat een melkveehouder van eigen land of uit de buurt haalt (minimaal 65 procent) de voornaamste indicator. De Duurzame Zuivelketen streeft ernaar dat de melkveehouderij in 2025 grondgebonden is.
Verdienmodellen
Bij verdienmodellen gaat het om duurzaam rendement voor melkveehouders. De belangenorganisaties van melkveehouders en zuivelondernemingen vinden namelijk dat de duurzaamheidsdoelen haalbaar zijn mits melkveehouders over de middelen beschikken om de doelen te kunnen realiseren. Er moet dus een verdienmodel achter staan. Dat kan een hogere opbrengst zijn, maar ook lagere kosten of meer ontwikkelruimte. Dan moet gedacht worden aan het belonen op biodiversiteit via de Biodiversiteitsmonitor of aan kostenbesparing als verlies van mineralen aan bodem of lucht wordt gereduceerd. Ontwikkelruimte kan in de visie van de ketenpartners bijvoorbeeld ontstaan door langere pachtcontracten bij duurzaamheidsprestaties. Overigens wordt van alle betrokken partijen in de keten (inclusief stakeholders en overheden) een actieve bijdrage verwacht bij de ontwikkeling van verdienmodellen.
Verder wil de Duurzame Zuivelketen bewerkstelligen dat het aantal ongelukken in de melkveehouderij afneemt. “Een veilige werkvloer voor melkveehouders, hun familieleden, medewerkers en bezoekers zal worden gestimuleerd door bewustwording van veiligheid op het boerenerf en actief handelen zodat het aantal ongevallen afneemt.”
De doelstelen richting 2030 zijn vastgesteld in samenspraak met de Adviesraad van de Duurzame Zuivelketen en het ministerie van LNV.
Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 9 2019. Nog geen abonnee? Klik HIER.