‘Perfect moment voor emigratie naar Denemarken’
“Voor jonge melkveehouders die hun melkveebedrijf willen ontwikkelen, is het nu een perfect moment om naar Denemarken te gaan. De melkprijs is goed en de grondprijzen en rentes zijn lager dan ooit”, zegt melkveehouder Stieneke IJdema (44). Zij emigreerde in 2014 van Nederland naar Denemarken.
Tekst: Jelle Feenstra
Stieneke IJdema emigreerde in 2014 met haar man Boudewijn (46) en hun kinderen Tessa (nu 15 jaar), Amarens (13), Rixt (11) en Ids (9) naar het Deense Kjellerup. In Nederland ontbrak het volgens haar letterlijk en figuurlijk aan ruimte om te ondernemen. “In Denemarken zijn ook volop regels, maar doordat er fysiek meer ruimte is, zijn die beter inpasbaar. Bovendien is het aantal koeien al jaren gekoppeld aan grond en is de milieuwetgeving er heel duidelijk. Je weet als boer waar je aan toe bent en kunt voor langere termijn plannen maken zonder verrast te worden door nieuwe regelgeving.”
In het Friese Blesdijke hadden Boudewijn en Stieneke IJdema een melkveebedrijf met 150 koeien, maar beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Bedrijfsverhuizing binnen Nederland stuitte met name op terughoudende banken. Ook was het voor het hen toen al duidelijk dat er na het einde van de melkquotering nieuwe begrenzende wetgeving zou komen. “We hadden toen de power en energie om de stap naar bedrijfsverdubbeling te maken. In Nederland was die mogelijkheid er niet, daarom was het tijd om te gaan.”
Plek moet goed voelen
Ze oriënteerden zich op de Verenigde Staten, Canada, Duitsland en Denemarken. Het laatste land gaf hun het beste gevoel. Ze gingen, zoals IJdema het stelt, ‘ruiken, voelen en proeven’ in Denemarken. Stelden samen met hun begeleider budget, kaders en wensenlijstjes op. Keken naar woon- en werkcomfort. Gingen bedrijven bezichtigen. Vroegen economische en vaktechnische kwartaalrapporten en milieurapporten op van het bedrijf dat ze op het oog hadden. En kochten zo uiteindelijk een melkveebedrijf met 190 ha grond in eigendom en 30 ha pachtgrond in Kjellerup in Midden-Denemarken.
De gebouwen waren niet up-to-date en ook op het erf kwamen ze bepaald niet in een gespreid bedje. “Daar moet je doorheen kijken. Gebruik en logistiek kun je veranderen, de plek nooit”, zegt IJdema. Maar dit was de plek waar de IJdema’s een goed gevoel bij kregen. “Omdat Boudewijn per se op kleigrond wilde boeren om niet hoeven te beregenen. Omdat we hier mogelijkheden hebben om te groeien naar zeshonderd koeien. Maar ook omdat er in de buurt goede onderwijsmogelijkheden en ziekenhuizen zijn. Neem dat aspect ook vooral goed mee in je keuze bij emigratie.”
Op de rails zetten
De Deense eigenaar moest het bedrijf gedwongen verkopen omdat hij failliet was. Het melkveebedrijf had bij aankoop zes Lely-melkrobots, 385 koeien en een gemiddelde melkproductie van 9.250 kg per koe. Er waren vier medewerkers en een bedrijfsverzorger. Er was sprake van een ongeorganiseerde werkstructuur. “Op de dag van aankoop zijn we samen met de eigenaar alles langsgelopen. Daarna ging hij weg. Daar sta je dan met personeel en zes slecht onderhouden robots, die ook nog eens alleen maar Deens spreken. Vervolgens komen er nog wat lijken uit de kast, zoals een te lichte stroomkabel voor zes melkrobots, een grapje dat je € 20.000 kost. Dan spring je aardig in het diepe.”
Nu, ruim vier jaar verder, hebben ze de zaak goed op de rails staan. Het arbeidsproces is ingericht volgens het lean-werken-managementconcept van Lely. “Dat houdt in dat we zo gestructureerd en efficiënt mogelijk de werkzaamheden elke dag hetzelfde uitvoeren, verspilling proberen te voorkomen en de werknemers doelen geven en hen zo volop te betrekken bij het proces. Dat werkt goed. Met deze aanpak reduceren we ook echt arbeid. Mijn man en ik runnen het bedrijf nu samen met twee vaste medewerkers en twee weekendhulpen. In 2014 liepen er veel meer mensen rond.”
Sociaal gingen ze vanaf dag één voor maximale integratie. De taal leren. Zich verdiepen in de Deense cultuur: wat doen de mensen met kerst, met oud en nieuw? De Deense gebruiken eigen maken. Tijd maken en investeren in schoolactiviteiten. Open staan voor alles wat kenmerkend is voor de Deense cultuur. En mensen uitnodigen. Zo hielden ze een groot gecombineerd openings- en afscheidsfeest: de opening om hun buren welkom te heten, het afscheid van de oude eigenaar. Dit werd door de familie van de voormalige eigenaar en de buren erg op prijs gesteld. “Onze kinderen waren 11, 9, 7 en 5 toen we emigreerden. Nu zijn het allemaal kleine Denen. Denemarken is nu ook ons thuis. Als ik naar Nederland ga, ga ik niet naar huis, maar op bezoek bij de familie.”
13.000 kg melk per koe
Op Fruerlundgaard, zoals hun bedrijf heet, melken ze inmiddels 450 koeien op een bedrijf met 240 ha grond: 200 ha in eigendom en 40 ha pacht op afstand. Ze verbouwen 26 ha mais, de rest is grasland. Ze leveren jaarlijks 4,8 miljoen kg melk af bij Them, een kleine kaasfabriek die in een straal van 30 km 25 leveranciers heeft en jaarlijks 62 miljoen kg melk verwerkt. “Momenteel betalen ze qua basisprijs vergelijkbaar uit met Arla. Op celgetal valt echter een mooie plus te verdienen. Bij een celgetal onder de 100 wordt een premie van 4 procent uitgekeerd.”
De bedrijfsproductie is gestegen naar 13.000 kg melk per koe met 4,10 procent vet en 3,50 procent eiwit. De koeien krijgen graskuil met gerst, ontsloten tarwe, raapschroot en soja. Weidegang wordt niet toegepast en is ook niet echt een issue in Denemarken. Wel komt het gmo-vrij voeren ook in Denemarken meer en meer op. De mestafzetkosten zijn met € 1 tot € 5 per kuub behapbaar.
Ze stroomlijnden de logistiek op het bedrijf. Er kwam een nieuwe kalverstal, een kantine, een zevende melkrobot en een voerschuiver. De robots kregen een upgrade naar een A3-next en in de veestapel hebben ze de laatste jaren flink geselecteerd. De planning is om met nog twee of drie robots erbij rustig door te groeien naar die zeshonderd melkkoeien.
Verkeerd beeld
Stieneke IJdema houdt nu en dan lezingen voor boeren die geïnteresseerd zijn in haar nieuwe thuisland. “Ik merk dat er een verkeerd beeld is van het boeren in Denemarken. Zo staat Denemarken op gebied van diergezondheid als streng te boek. Maar ik mag best zelf een dier met antibiotica behandelen, mits er elke drie weken een dierenarts langskomt.”
Ook komen er veel vragen voorbij over de financiële situatie. “Het beeld bestaat dat vrijwel alle Deense boeren failliet gaan. Dat beeld klopt gewoon niet. In Denemarken zijn door daling van de grondprijzen ruim tien jaar geleden veel bedrijven in de problemen gekomen. Hier en daar zie je de naweeën nog terug van die geknapte bubbel. Maar de omstandigheden om nu te gaan boeren in Denemarken zijn beter dan ooit. Het is een perfect moment om in te stappen voor jonge boeren. De rentes en grondprijzen zijn laag, waardoor je voor relatief lage prijzen kunt kopen. De melkprijs is goed. En Denen zijn prettige mensen. Als je je er tussen begeeft, zijn ze erg belangstellend en open. Je moet je echter wel aan hun gebruiken aanpassen, zo werkt het overal op de wereld.”
Grondprijs gezakt naar € 12.000
Denemarken telt 3.200 melkveebedrijven en 580.000 melkkoeien. De bedrijfsomvang varieert van tachtig tot 1.500 koeien. De Deense jaarmelkproductie bedraagt 5,4 miljard kg melk per jaar. Ruwweg twee derde daarvan wordt geëxporteerd, zo blijkt uit cijfers van het Deense adviesbureau LMO. Volgens Gerard Jan Coenen van LMO is sprake van een door staat en burger hoog gewaarde melkveesector. “Denen kopen graag eigen producten en zijn bereid extra te betalen voor melk en vlees uit Denemarken.” De grondprijs is gezakt van gemiddeld € 35.000 tot € 40.000 naar zo’n € 12.000.
Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 3 2019. Meer vaknieuws over de Nederlandse en Belgische zuivelindustrie? Klik HIER voor een abonnement op ZuivelZicht.