Verwarmingsmethode van invloed op koemelkallergie-eiwit
De methode van verwarmen heeft impact op eiwit dat koemelkallergie veroorzaakt. Ying Deng promoveerde hierop aan de Wageningen Universiteit.
De promovendus deed onderzoek naar de invloeden van verschillende soorten warmtebehandelingen van melk op structurele kenmerken van β-lactoglobuline, het belangrijkste allergeen bij koemelkallergie.
Immuunrespons koemelkallergie
Ze keek daarbij tevens naar de immuunrespons. Het bleek dat de fysisch-chemische modificaties van het eiwit verschilden, afhankelijk van de methode van verwarming die werd toegepast. Er bleken vervolgens ook verschillen in de reactie van antigeenpresenterende cellen op het eiwit.
Drie methoden
Ying Deng paste onder andere de methode van nat verwarmen in een oplossing bij 60 °C gedurende drie dagen toe wat leidde tot aggregatie van het eiwit β-lactoglobuline. Daarnaast gebruikte ze een droge verwarmingsmethode waarbij het eiwit in de melk gedurende tien minuten op een temperatuur van 130 °C werd gebracht voor geavanceerde glycatie. De derde methode was verwarmen bij 50 °C gedurende negen uur, bedoeld voor milde glycatie van het eiwit.
Natte verhitting
De fysisch-chemische modificaties van eiwitten na natte verhitting bleken van invloed op de toegankelijkheid en opname door antigeenpresenterende cellen. Dat bleek bij de natte verhitting sterker dan bij de andere twee verwarmingsmethoden. Bovendien werd het effect van β-lactoglobuline op macrofagen verminderd door ernstige structurele veranderingen. Deze uitkomsten kunnen bijdragen aan het verminderen van de kansen op de ontwikkeling van koemelkallergie.